nummer: 11/4053/GA
betreft: [klager] datum: 13 maart 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie De Kruisberg Doetinchem,
gericht tegen een uitspraak van 2 november 2011 van de beklagcommissie bij de locatie De Kruisberg Doetinchem voormeld, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2012, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Kruisberg Doetinchem en [...], juridisch medewerker.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft ten onrechte overwogen dat de schriftelijke mededeling van de onderhavige ordemaatregel aan klager te laat is uitgereikt
en
dat de motivering van de ordemaatregel innerlijk tegenstrijdig is. Dit is onjuist. De grondslag van de ordemaatregel was namelijk niet de terugplaatsing uit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), maar de vondst van een mobiele telefoon. Klager is
namelijk op 15 september 2011 vanuit de b.b.i. de locatie De Kruisberg Doetinchem overgeplaatst naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Kruisberg Doetinchem in verband met de herberekening van zijn fictieve einddatum detentie. Na
herberekening bleek dat klager toch vanaf 15 september 2011 in aanmerking kwam voor detentiefasering. Omdat bij het uitruimen van klagers cel in de b.b.i. in een sok een mobiele telefoon was aangetroffen - hetgeen in de b.b.i. strikt verboden is -, is
aan klager op 16 september 2011 om 14:45 uur de onderhavige ordemaatregel opgelegd. Het bezit van een mobiele telefoon is een ernstige verstoring van de orde en veiligheid in de inrichting. In de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel staat dat
klager niet ontkent dat de telefoon zijn eigendom is. Ook is er gebleken dat klager gebruik heeft gemaakt van de mobiele telefoon. Oplegging van de ordemaatregel was nodig om herselectie (als gevolg van de vondst van de mobiele telefoon) te kunnen
effectueren. Er is aan klager geen disciplinaire straf opgelegd, omdat dit in verband met klagers overplaatsing disproportioneel werd geacht. De schriftelijke mededeling van de ordemaatregel is op 17 september om 9:20 uur - derhalve binnen
vierentwintig
uur - aan klager uitgereikt. De selectiefunctionaris had reeds op 16 september 2011 een beslissing tot overplaatsing genomen, zodat de ordemaatregel diezelfde dag nog kon worden beëindigd. Ook zijn direct alle beperkingen opgeheven. Als klager toch nog
een aantal dagen in het h.v.b. heeft verbleven, heeft klager gewoon aan het dagprogramma deelgenomen.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft op 16 september 2011 de beslissing van de selectiefunctionaris tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Kruisberg Doetinchem
ontvangen. Hij is niet direct overgeplaatst, maar is pas op 22 of 23 september 2011 vanuit het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem overgeplaatst naar de gevangenis van die inrichting. Hij heeft dus een week in het h.v.b. verbleven. De
telefoon
was niet van klager. Klager heeft helemaal niet ontkend dat de telefoon van hem was, er is helemaal niet over de telefoon gesproken. Klager verbleef sinds 15 september 2011 niet meer in de b.b.i. en de telefoon is pas op 16 september 2011 in zijn cel
in
de b.b.i. aangetroffen.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de in klagers cel in de b.b.i. de locatie De Kruisberg Doetinchem aangetroffen mobiele telefoon aan klager toebehoort. Bovendien staat vooropgesteld dat de
gedetineerde zelf verantwoordelijk is voor de spullen op zijn cel. Derhalve heeft de directeur in redelijkheid kunnen beslissen om, in afwachting van een beslissing van de selectiefunctionaris tot overplaatsing van klager, aan klager de onderhavige
ordemaatregel op te leggen. Deze ordemaatregel heeft niet langer geduurd dan noodzakelijk en is na het bekend worden van de selectiebeslissing beëindigd. De ordemaatregel is opgelegd met ingang van 16 september 2011 om 14:45 uur en de schriftelijke
mededeling van de ordemaatregel is op 17 september 2011 om 09:20 uur aan klager uitgereikt. Derhalve heeft de directeur de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel onverwijld aan klager uitgereikt zoals is voorgeschreven op grond van artikel 58,
eerste lid, van de Pbw juncto artikel 57, eerste lid, van de Pbw. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard en zal de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 maart 2012
secretaris voorzitter