Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4212/GV, 12 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:12-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4212/GV

betreft: [klager] datum: 12 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Dogan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 november 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil naar het Turkse consulaat om zijn identiteitskaart te verlengen. Het verzoek aan het personeel van het consulaat om naar de inrichting te komen is door het consulaat afgewezen. Klager is
eerder onder begeleiding naar het consulaat geweest, dus het argument dat inrichtingspersoneel geweigerd zou worden snijdt geen hout. Klagers belang is groot, omdat hij zonder verlening van zijn identiteitsdocument in de problemen komt.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij een bezoek aan het consulaat wordt het Nederlands grondgebied verlaten en heeft eventueel begeleidend personeel geen rechtsmacht meer. Gelet op klagers strafrestant wordt dit onwenselijk geacht. Verder heeft klager zich onvoldoende ingespannen om
zich tot zijn consulaat te wenden. Het consulaat heeft ook een inspanningsverplichting jegens (gedetineerde) onderdanen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Rotterdam, locatie De Schie, heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat een geldig identiteitsdocument noodzakelijk is voor de voorbereiding op de terugkeer in de maatschappij.
De officier van justitie van het arrondissementsparket Rotterdam heeft aangegeven negatief te adviseren en eerst de mogelijkheden te bekijken medewerkers van het consulaat naar de inrichting te laten komen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden met aftrek, wegens moord. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 27 augustus 2012.

Op grond van het bepaalde in artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is. In de artikelen 22 tot en met 31 van de Regeling wordt vervolgens expliciet een aantal gebeurtenissen vermeld. In artikel 31 van de Regeling is bepaald dat incidenteel verlof kan worden verleend om de gedetineerde in de gelegenheid te
stellen om praktische voorbereidingen op zijn invrijheidstelling te treffen. In het tweede lid van voornoemd artikel is onder meer bepaald dat verlof kan worden verleend indien de invrijheidsstelling binnen drie maanden te verwachten is.
Het verlengen van een identiteitskaart voor een rechtmatig verblijf in Nederland na de detentie merkt de beroepscommissie aan als een voorbereiding voor de invrijheidstelling. Vast staat dat de invrijheidstelling niet binnen drie maanden te verwachten
is. In zoverre komt klager volgens artikel 31, tweede lid, niet voor incidenteel verlof in aanmerking. De gronden en situaties voor incidenteel verlof zijn, blijkens de toelichting op artikel 21, niet limitatief geregeld. De strekking van artikel 31
is dat de noodzakelijke voorbereidingen voor terugkeer in de samenleving kunnen worden getroffen. Het ontbreken van een geldig identiteitsdocument staat doorgaans een verlofverlening in de weg. Gelet op dit mogelijke gevolg is de beslissing de
verlening
van verlof voor het verlengen van zo’n document te weigeren niet goed gemotiveerd. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing zal worden vernietigd en de Staatssecretaris zal worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe
beslissing te nemen.
Er zijn geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 12 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven