Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4534/GB, 9 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4534/GB

Betreft: [klager] datum: 9 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.W. Temminck Tuinstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het Detentiecentrum Zeist te Soesterberg ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 juni 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Op 7 december 2011 is hij geplaatst in het Detentiecentrum Zeist, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in
artikel 20b, tweede lid, onder b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling. De bestreden beslissing houdt onvoldoende rekening met de belangen en speciale behoeften van klager. Ten onrechte wordt onvoldoende gemotiveerd ingegaan op de genoemde gronden. Nu klagers
strafrestant nog circa vier maanden bedraagt, is hij een grensgeval. Klagers voorkeur gaat uit naar plaatsing in de locatie Norgerhaven of de locatie Esserheem te Veenhuizen. In het Detentiecentrum Zeist is de mogelijkheid tot dagbesteding beperkt. Er
is bijvoorbeeld geen arbeidsvoorziening voor vreemdelingen. In de locaties Norgerhaven en Esserheem zijn wel arbeidsvoorzieningen. Klager heeft niet veel afleiding en daarom is een dagbesteding in de vorm van arbeid essentieel voor hem. De
selectiefunctionaris heeft onvoldoende gemotiveerd aangegeven waarom klager niet geplaatst kan worden in de locatie Norgerhaven of de locatie Esserheem. Tevens wordt niet ingegaan op het feit dat klager een grensgeval is.
Volgens internationaal penitentiair recht dient rekening te worden gehouden met de persoon van een gedetineerde vreemdeling en moet worden voorkomen dat deze geïsoleerd zal raken. Namens klager wordt verwezen naar de preambule en de artikelen van
Recommendation No. R(84) 12 aangaande vreemdelingen-gedetineerden van de Raad van Europa (21 juni 1984). Het belang van klager om arbeid te kunnen blijven verrichten tot het eind van zijn strafrechtelijke detentie dient, gelet op deze regelgeving, te
prevaleren boven het belang van de plaatsing van klager in het Detentiecentrum Zeist. Op de aangehaalde internationale regelgeving wordt in het geheel niet ingegaan. Klager wenst te worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wilde graag geplaatst worden in de locatie Norgerhaven in plaats van in het Detentiecentrum Zeist. Klager is ongewenst vreemdeling en hij dient geplaatst te worden in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Voor
gedetineerden met een strafrestant van meer dan vier maanden zijn de locatie Esserheem en de p.i. Ter Apel bestemd. Voor gedetineerden met een strafrestant van minder dan vier maanden is het Detentiecentrum Zeist bestemd. Klager heeft een strafrestant
van minder dan vier maanden en derhalve zit hij in de juiste inrichting. In het Detentiecentrum Zeist is expertise beschikbaar ten behoeve van het voorbereiden van klagers terugkeer naar het land van herkomst. Namens klager wordt verwezen naar de
internationale regelgeving. Alle inrichtingen, dus ook het Detentiecentrum Zeist, voldoen aan de gestelde normen.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht te worden gehoord. Klager heeft zijn verzoek niet toegelicht. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.

4.2. Het Detentiecentrum Zeist is aangewezen als inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid, onder b van de Regeling.

4.3. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Ingevolge artikel 20b, eerste lid, van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 in een inrichting
of
een afdeling voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen geplaatst. Uit de stukken komt naar voren dat klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Klager had ten tijde van de selectie een strafrestant van meer dan
vier maanden. Voor dergelijke gedetineerden zijn de locaties Esserheem te Veenhuizen en de p.i. Ter Apel bestemd. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de selectiefunctionaris klager ten onrechte had geselecteerd voor plaatsing in het
Detentiecentrum Zeist. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard. Nu klager op 9 maart 2012 in vrijheid wordt gesteld, zal de beroepscommissie volstaan met een vernietiging van de bestreden beslissing. De beroepscommissie acht termen
aanwezig voor het toekennen van de hierna te vermelden tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager een tegemoetkoming toe ten bedrage van €75,00.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W.
Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 9 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven