nummer: 12/353/GV
betreft: [klager] datum: 7 maart 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.H. Zuur, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 januari 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het recidiverisico is, als enige grond, onvoldoende om klagers verlofaanvraag in een zo laat stadium van de detentie af te wijzen. Klager is van oordeel dat de motivering van de beslissing, zonder enige nadere feiten en omstandigheden, onvoldoende
overtuigend is. Indien en voor zover de bestreden beslissing tevens is gegrond op maatschappelijke onrust, overtuigt zij evenmin, omdat klager binnen afzienbare tijd in de maatschappij zal terugkeren.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De locatie De Schie te Rotterdam heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag onder de voorwaarde dat klager zich tijdens zijn verlof niet in Amsterdam zal begeven, zodat een ongewenste confrontatie met de slachtoffers voorkomen kan
worden. De advocaat-generaal (AG) bij het ressortparket te Amsterdam heeft negatief geadviseerd. De Staatssecretaris stelt dat klager beschikt over een aanvaardbaar verlofadres en dat de kans op slachtofferconfrontatie kan worden ondervangen door het
stellen van bijzondere voorwaarden. De Staatssecretaris sluit zich wel aan bij hetgeen de AG heeft gesteld met betrekking tot het gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten. De afdeling Terugdringen Recidive
(TR) schat het recidiverisico, de kans op onttrekking aan voorwaarden en het risico op letselschade voor personen in als hoog. Klager heeft eerder geweigerd om mee te werken aan een programma in het kader van TR. Hij neemt thans alsnog deel aan een
programma in het kader van TR. De interventies zijn nog niet dan wel net opgestart. Nu klager langere tijd heeft geweigerd om mee te werken aan een programma in het kader van TR, is het aan hemzelf te wijten dat de interventies pas in een laat stadium
van de detentie konden worden opgestart. Klagers Uittreksel Justitiële Documentatie (UJD) is bijgevoegd.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie De Schie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Klager neemt gemotiveerd deel aan het programma in het kader van TR. De einddatum van klagers detentie is vastgesteld op 10 juli 2012 en indien zijn
verzoek tot algemeen verlof wordt toegewezen, krijgt hij de kans om te resocialiseren in de maatschappij. Klager dient zich tijdens zijn verlof niet in of nabij Amsterdam te begeven.
De AG bij het ressortparket te Amsterdam adviseert negatief ten aanzien van klagers verlofaanvraag vanwege het risico van ongewenste confrontatie met slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij het door klager gepleegde misdrijf, het gevaar voor
verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten en het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. Klager is veroordeeld voor het plegen van meerdere strafbare feiten in Amsterdam en omstreken. De betrokken slachtoffers zijn in de
omgeving van Amsterdam woonachtig. Klagers verlofadres is in Hoofddorp en derhalve is de kans op confrontatie met slachtoffers aanwezig.
De politie heeft geen bezwaar. Alle feiten zijn in Amsterdam gepleegd en derhalve is er geen risico van ongewenste confrontatie met de slachtoffers.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens – kort gezegd – poging tot doodslag, diefstal, verduistering en meineed. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van in totaal 14 dagen te ondergaan. Klagers
fictieve einddatum valt thans, nadat door hem een aantal boetes zijn voldaan, op of omstreeks 22 mei 2012.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.
Voorop dient te worden gesteld dat bij de beoordeling van verzoeken om algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen het individuele belang van de aanvrager van dat verlof en de algemene belangen van (onder meer) orde, rust en
veiligheid in de samenleving. Nu de einddatum van klagers detentie nadert, dient het belang van klager bij een verlof in verband met zijn voorbereiding op een terugkeer in de maatschappij steeds zwaarder te wegen. De Staatssecretaris heeft klagers
verzoek afgewezen vanwege het hoge recidiverisico. Uit de stukken blijkt dat de selectiefunctionaris klager op 24 januari 2012 had geselecteerd voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting zonder regimair verlof, zoals bedoeld in artikel 20,
tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Tevens blijkt dat klager thans gemotiveerd deelneemt aan de door de afdeling TR geïndiceerde interventies. Het hoge recidiverisico vormt, gelet op het vorenstaande en de einddatum van
klagers detentie, onvoldoende grond voor afwijzing van het verlof. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt.
Het
beroep is derhalve gegrond. De Staatsecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 7 maart 2012
secretaris voorzitter