Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4050/GM, 21 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4050/GM

betreft: [klager] datum: 21 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 2 november 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 december 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel is klager gehoord. De raadsman van klager, mr. G.G.J. Knoops, was verhinderd ter zitting te verschijnen. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Zwolle
heeft chriftelijk laten weten niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

Op 30 december 2011 is van klager nog een nadere toelichting ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 23 augustus 2011, betreft de verplichting deel te nemen aan een urinecontrole van 1 juli 2011, ondanks een migraine-aanval, en het niet afgeven van een medische
contra-indicatie voor plaatsing in een afzonderingscel.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft – zakelijk weergegeven - zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft aanvankelijk zijn klacht over de verstrekking van een speciaal matras en dekbed ingetrokken na de toezegging op 19 oktober 2011, dat hij hierover alsnog de beschikking
zou krijgen. Aangezien het afdelingshoofd op 21 november 2011 klager heeft medegedeeld, dat geen speciaal matras en dekbed wordt verstrekt, wil klager deze klachten alsnog handhaven. Dit is met de voorzitter van de beklagcommissie zo besproken.
Klager heeft op 11 juli 2011 gevraagd om een gesprek met de inrichtingsarts. Pas op 15 augustus 2011 is klager in de gelegenheid gesteld met de inrichtingsarts te praten. Klager vond het noodzakelijk zich goed te documenteren alvorens hij zich tot de
medisch adviseur zou wenden. Dit vormde de reden dat klager zich zo laat tot de medisch adviseur heeft gericht. Klager heeft per brief van 7 juli 2011 een klacht ingediend bij de beklagcommissie. De beklagcommissie kan de klacht doorzenden naar de
medisch adviseur. Ter zitting van de beroepscommissie toont klager de betreffende brief van 7 juli 2011.
Klager is op vrijdag 1 juli 2011 overgebracht naar de isoleercel en kreeg last van migraine-aanvallen: gal spuwen, diarree en flauwvallen. In de loop van de avond namen de aanvallen af. Op maandag 4 juli 2011 is klager opgenomen in het ziekenhuis. De
inrichtingsarts heeft zich pas op 8 juli 2011 grondig in de problematiek verdiept. Hij had op 1 juli 2011 moeten ingrijpen. De verpleegkundige had op 1 juli 2011 de inrichtingsarts moeten waarschuwen en zich moeten realiseren dat de omstandigheden om
tijdig te kunnen urineren met het oog op de urinecontrole niet normaal waren. Bovendien heeft zij klager niet onderzocht. Het was een gesprek van ongeveer vijf minuten.
De inrichtingsarts had moeten beseffen dat klager tijdens een migraine-aanval zeer ziek kan zijn. Ook had hij moeten beseffen dat klager dan niet tijdig kan plassen. De inrichtingsarts heeft ten onrechte aangegeven geen medische bezwaren te zien voor
een plaatsing van klager in een isoleercel. De inrichtingsarts heeft zich te laat in het medisch dossier verdiept en onvoldoende de ernst van klagers medische problematiek gerealiseerd. De inrichtingsarts had de arts van de inrichting waar klager
voordien verbleef, moeten raadplegen.
In de vorige inrichtingen van verblijf kreeg klager weinig urinecontroles. In de p.i. Arnhem heeft de inrichtingsarts gezegd dat klager niet vaak urinecontroles hoefde te ondergaan. In de p.i. Zutphen kreeg klager eenmaal per drie maanden een
urinecontrole, wat al snel werd omgezet in eenmaal per zes maanden. Klager is op 20 mei 2011 binnengekomen in de p.i. Zwolle. Hij kreeg in korte tijd veel urinecontroles. Klager gebruikt noch verdovende middelen noch enige alcohol. Klager wordt als een
zeurend persoon beschouwd. Dit klimaat lijdt onherroepelijk tot problemen.
Klager kreeg op 1 juli 2011 om 7.45 uur de aanzegging dat er een urinecontrole zou plaatsvinden. Die avond daarvoor voelde klager al de aanzet voor een migraine-aanval. Hij heeft ’s nachts slecht geslapen. Hij moest overgeven en had diarree. Om 11.30
uur kwam de verpleegkundige bij klager op cel, die pikdonker was. Om 12.00 uur heeft zij de huisarts gebeld en om 12.40 uur is klager overgebracht naar de iso. Op 1 juli 2011 kon klager pas rond 23.00 uur weer plassen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De medische dienst heeft niet nalatig gehandeld. Klager is uitgebreid gehoord en besproken. Speciale maatregelen moeten gegrond zijn op objectief vastgestelde ziekten of kwalen na eigen
onderzoek/anamnese of op grond van de stukken van huisartsen en specialisten. Op 1 juli 2011 zijn geen ernstige symptomen gezien door de zeer ervaren verpleegkundige. Klager was drukpratend en kwam redelijk ontspannend over. Hij was niet angstig, niet
extra benauwd en transpireerde niet. Hij had een goede tensie en pols. Derhalve was er geen reden om een isoplaatsing te blokkeren. In de iso had klager atypische pijnen op de borst. Er is een ECG afgenomen en deze was geheel schoon. Op 4 juli 2011 is
klager gezien door de arts. Om theoretisch mogelijke instabiele angina pectoris uit te sluiten, is klager ingestuurd naar cardiologie.
De ernst van de migraine is uit de verslagen van de p.i. Zutphen niet duidelijk geworden. De migraine is onvoldoende in kaart gebracht.

3. De beoordeling
Het door klager ingediende beroep van 8 november 2011 is gericht tegen de verplichte deelname aan een urinecontrole op 1 juli 2011 en het vervolgens niet afgeven van een medische contra-indicatie voor plaatsing in een afzonderingscel. In zijn brief van
30 november 2011 verzoekt klager de beroepscommissie zijn overige klachten over een speciaal matras en dekbed, die hij eerder had ingetrokken, te voegen bij de behandeling van onderhavige klacht. De beroepscommissie merkt op dat een eenmaal ingetrokken
klacht niet opnieuw kan worden behandeld. Klager dient in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard.

De klachten hebben betrekking op het medisch handelen van de medische dienst op en rond de urinecontrole op 1 juli 2011 alsmede de plaatsing van klager in afzondering diezelfde dag. Het verzoek om bemiddeling is gedateerd op 23 augustus 2011. Op grond
van artikel 29, eerste lid, van de Pm dient het verzoek om bemiddeling uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de klacht zich richt heeft plaatsgevonden te worden ingediend. Het verzoek is derhalve te laat ingediend.
Klager voert nog aan dat als datum voor indiening van het verzoek het klaagschrift van 7 juli 2011 moet worden aangehouden, dat hij aan de beklagcommissie heeft gericht. Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager betreffende klaagschrift
overgelegd, doch de beroepscommissie kan hierin geen medische klacht lezen. Mitsdien dient klager niet-ontvankelijk in zijn klacht te worden verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit het medisch dossier is voldoende duidelijk geworden dat klager serieuze klachten ondervindt tijdens een migraine-aanval. Het komt de beroepscommissie juist voor dat indien een urinecontrole
wordt afgenomen en klager last heeft van een migraine-aanval, hij door de inrichtingsarts wordt gezien.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wat betreft de klachten over het matras en het dekbed.
Zij verklaart klager voor het overige niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 21 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven