Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4169/GB, 21 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4169/GB

Betreft: [klager] datum: 21 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, op 20 januari 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in unit 1 van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 december 2004 gedetineerd en is op de Nederlandse Antillen
veroordeeld tot een vrijheidsstraf van negen jaar. Na een verblijf in enkele inrichtingen op de Nederlandse Antillen is hij op 26 augustus 2011 overgebracht naar het huis van bewaring van de p.i. Vught. Door een bestemmingswijziging is klager – zonder
dat hieraan een selectiebeslissing ten grondslag is gelegd; klager bleef feitelijk in dezelfde cel gehuisvest – geplaatst in de gevangenis van de p.i. Vught. Op 28 september 2011 is klager geselecteerd voor de Afdeling voor beheersproblematische
gedetineerden (unit 1) van de p.i. Vught.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is vanuit Bonaire geplaatst in unit 7 van de p.i. Vught. De bestemming van het huis van bewaring waar klager verbleef is veranderd in een gevangenis met een regime van algehele
gemeenschap. Klager bleef in dezelfde cel. Klager heeft zich goed gedragen in de inrichting. Desondanks heeft de selectiefunctionaris besloten hem over te plaatsen naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden van de p.i. Vught. De cultuur
in de gevangenissen op Curacao is anders dan in Nederland. Dit is herhaaldelijk door het CPT bevestigd. Er is sprake van veel geweld en repressie tussen gedetineerden onderling en tussen gedetineerden en het personeel. Klager is meermalen aangevallen.
Anderen zijn betaald om klager te vermoorden. Er is op klager geschoten en men heeft hem verwond met een hakmes. Zijn neef is vermoord. Kort na klagers aankomst in Nederland is de driemansbenadering opgeheven. Er zijn geen bijzonderheden of problemen
rond klagers detentie in Nederland. Klager heeft zes weken verbleven in een regime van algehele gemeenschap en zich daar gedragen als een modelgedetineerde. Over twee weken zal klager weer besproken worden, waarbij de vraag aan de orde zal komen of
klagers plaatsing op een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden moet worden gecontinueerd.
De raadsvrouw van klager zegt dat het ook voor het personeel onbegrijpelijk is dat klager nog steeds op de bgg verblijft. Hij staat hoog op de GVM-lijst en naar verluidt heeft de Staatssecretaris zelf gezegd dat klager naar de betreffende afdeling
moest
worden overgeplaatst. Hij is dus op politieke gronden aldaar geplaatst. Op Curacao was klager lid van een bende en een oorlog tussen bendes betekent ook een oorlog met de p.i.w.-ers. Klager wordt niet voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Zijn einddatum
is op 1 december 2013. Gelet op klagers positieve gedrag wordt het hoog tijd, dat hij een traject van resocialisatie ingaat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op 26 augustus 2011 geplaatst in de p.i. Vught omdat een verdere detentie op de Nederlandse Antillen onverantwoord was. Klager is geplaatst in een huis van
bewaring om vanuit daar te bezien welke detentieplek het meest geschikt is voor hem.
Op de Nederlandse Antillen heeft klager zich in detentie vele malen schuldig gemaakt aan misdragingen zoals mishandeling, bedreiging, vernieling, belediging en illegaal wapenbezit. Op 15 juli 2011 heeft hij ernstig geweld gepleegd tegen een
afdelingshoofd, waarvan aangifte is gedaan. Daarnaast werd klager ervan verdacht voorbereidingen te treffen voor een ontvluchting. Klager werd omschreven als een zeer ongeduldig persoon. Hij heeft een opruiend karakter en probeert medegedetineerden mee
te krijgen in zijn negatieve gedrag. Er zijn periodes geweest dat zijn gedrag rustig was en dat hij zich naar de regels gedroeg, maar deze periodes werden afgewisseld met periodes van ernstige misdragingen. De onderliggende reden voor plaatsing op de
beheersproblematische afdeling was het langdurig ontwrichtend en ondermijnend gedrag op de Nederlandse Antillen. Het gedrag van klager in de p.i. Vught is inderdaad naar behoren. Hij heeft voornamelijk in een huis van bewaring met een regime van
beperkte gemeenschap verbleven. Desondanks rechtvaardigt het zeer problematische gedrag op de Nederlandse Antillen een plaatsing in de bgg te Vught.

4. De beoordeling
4.1. Unit 1 van de p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige
contra-indicaties bestaan. Onbestreden is dat rondom klagers detentie op de Nederlandse Antillen sprake was van een ernstige beheersmatige problematiek. Echter, sinds zijn plaatsing in een Nederlandse inrichting per 26 augustus 2011, zijn er geen
contra-indicaties, die een plaatsing van klager in een regime van algehele gemeenschap in de weg staan. Uit het selectieadvies van de directeur van de p.i. Vught van 27 september 2011 komt naar voren dat klager van het begin af aan rustig en correct
gedrag liet zien. De driemansbenadering werd na drie dagen beëindigd. In dit kader wordt geadviseerd de huidige plaatsing met een proeftijd van zes weken te verlengen. Tegen deze achtergrond moet de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing
van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris
zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 21 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven