Nummer: 12/41/GB
Betreft: [klager] datum: 13 februari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 13 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet hoe het mogelijk is dat hij bij terugkomst van zijn verlof hoort dat het verlofadres door de politie niet is goedgekeurd. Bovendien klopt het volgens klager niet dat hij,
zoals
de politie stelt, vorig jaar meerdere malen op heterdaad is betrapt bij het inbreken in woningen in de directe omgeving van het vervolgens opgegeven verlofadres. Verder heeft klager een intakegesprek gehad bij “Woonzorg de Hulsen”. Klagers advocaat
heeft met de reclassering telefonisch besproken dat klager zal worden overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) en dan naar een z.b.b.i. Klager heeft aangegeven bereid te zijn om mee te werken aan een traject in het kader van
Terugdringen Recidive (TR). De trajectbegeleider heeft echter niets gedaan voor klager. Er is nooit een RISc afgenomen en er zijn jaren oude rapporten, namelijk uit 2000 en 2002, gebruikt. Klager werkt overal aan mee en zijn verloven zijn altijd goed
verlopen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i. is afgewezen, omdat de politie het opgegeven verlofadres niet heeft goedgekeurd. Klager heeft de gelegenheid gekregen om een ander verlofadres op te geven. Klager heeft van deze mogelijkheid gebruik
gemaakt, maar ook dit adres heeft de politie niet goedgekeurd. Uit het TR-rapport blijkt dat sprake is van een hoog recidiverisico maar klager wel in aanmerking komt voor detentiefasering. Cruciaal bij detentiefasering is echter het beschikken over een
goedgekeurd verlofadres. Indien klager een adres opgeeft dat wel door de politie wordt goedgekeurd, zal zijn aanvraag opnieuw worden bekeken.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of
maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,=
hebben openstaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Ooyerhoek Zutphen blijkt dat het in eerste instantie door klager opgegeven verlofadres was goedgekeurd door de politie. Klager heeft vervolgens een nieuw verlofadres opgegeven. Aan de
politie is daarom opnieuw om advies verzocht. Aangezien de politie laat reageerde, is in het Multi Disciplinair Overleg besproken dat klager met algemeen verlof mocht op het door hem opgegeven adres. Eén dag na dit verlof kwam er echter een negatief
advies van de politie voor wat betreft het doorbrengen van algemeen en regimair verlof op dit adres, omdat het een camping zou betreffen waar veel criminelen verbleven. Klager heeft vervolgens weer een nieuw verlofadres opgegeven. Ook ten aanzien van
dit adres heeft de politie negatief geadviseerd. Klager is namelijk vorig jaar meerdere malen op heterdaad betrapt bij het inbreken in woningen in de directe omgeving van het verlofadres.
Op grond van artikel 2 van de Regeling is het beschikken over een aanvaardbaar verlofadres één van de vereisten voor plaatsing in een z.b.b.i. Klager beschikt niet over een aanvaardbaar verlofadres. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris is daarom juist. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 februari 2012
secretaris voorzitter