nummer: 11/2626/TA
betreft: [klager] datum: 20 februari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 8 juli 2011 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Maastricht, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 26 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag betreft:
a. De beslissingen tot verlenging van de beperking om bepaald bezoek te ontvangen enbepaalde telefoongesprekken te voeren;
b. Een ordemaatregel van separatie d.d. 23 januari 2011;
c. Het niet mogen telefoneren met zijn netwerk en
d. Het onthouden van basis- en medische voorzieningen.
De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft onderdelen a, b en d ongegrond verklaard, en wat betreft onder c gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Met betrekking tot de onderdelen a. tot en met d. handhaaft klager het beroep en met betrekking tot de overige onderdelen van het beklag kan het beroep
als
ingetrokken worden beschouwd.
Klager heeft er geen bezwaar tegen dat drs. Bos, die in het verleden bij zijn behandeling betrokken is geweest, nu deel uitmaakt van de beroepscommissie.
De maatregelen zijn opgelegd voor een tweede periode van zes maanden en frustreerden hem enorm. Het is buitensporig hoe klager is behandeld. Hij heeft tijdens zijn separatie onder begeleiding van zes personeelsleden moeten douchen, waaronder vijf
vrouwelijke personeelsleden.
Het gaat om het totaalpakket. In de inrichting worden tbs-gestelden niet behandeld, maar geprovoceerd. Als je om paracetamol vraagt, krijg je die alleen als je je goed gedraagt.
De beklagcommissie heeft de normen overschreden en pas na vier maanden uitspraak gedaan.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en het volgende toegevoegd.
De beslissingen tot verlenging van de beperkingen zijn genomen conform het Gedragsprotocol integriteit.
Bij het douchen, kijkt slechts een personeelslid direct toe. In beginsel zijn er geen vrouwelijke personeelsleden bij tenzij dit niet anders kan.
Paracetamol wordt zo snel mogelijk verstrekt tijdens de contactmomenten.
3. De beoordeling
In artikel 68, eerste lid, Bvt wordt vermeld dat de beklagcommissie binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd. Klager heeft op respectievelijk 8 december
2010, 10 januari 2011 en 24 januari 2011 beklag ingediend. Het beklag is ter zitting van 15 april 2011 door de beklagcommissie behandeld en op 8 juli 2011 is uitspraak gedaan. De uitspraak is aan klager toegezonden op 8 augustus 2011.
De beroepscommissie overweegt dat de wetgever geen rechtsgevolgen aan overschrijding van de in artikel 68 Bvt vermelde termijn heeft verbonden, maar acht het van belang en zeer wenselijk dat zo mogelijk eerder dan hiervoor vermeld wordt beslist op een
beklag en dat alle bij de procedure betrokkenen zich daartoe inspannen. Ten overvloede wordt overwogen dat de beklagcommissie in haar uitspraak zich heeft verontschuldigd voor het lang uitblijven van de uitspraak en de redenen voor deze vertraging
heeft
verduidelijkt.
Met betrekking tot a:
Zoals in de uitspraak nummer 11/1062/TA van 29 september 2011 eerder door de beroepscommissie is overwogen, is de wettelijke grondslag voor het weigeren van bezoek en telefooncontact gelegen in artikel 37, derde lid en artikel 38, derde lid, van de
Bvt.
Deze maatregelen kunnen telkens voor een periode van ten hoogste vier weken worden opgelegd. Door het hoofd van de inrichting is verwezen naar het ‘Gedragsprotocol integriteit’ als grondslag voor de bedoelde beperkingen voor de duur van zes maanden.
Dit
protocol geldt echter binnen het verband van de arbeidsrelatie tussen het personeel en de inrichting en kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet dienen als grondslag voor te nemen beperkende maatregelen jegens klager. Alleen op de in artikel
35, derde lid, van de Bvt genoemde gronden is een verlenging van de inperkende maatregelen mogelijk, telkens voor een termijn van maximaal vier weken. Nu wederom onbetwist is dat de verlenging van de maatregelen is gegrond op voormeld protocol met het
oog op een zes maanden durende beperking van de contacten tussen klager en zijn (ex-)vriendin en niet is gebleken dat bij deze verlengingen telkens een nieuwe afweging heeft plaatsgevonden, kunnen de bestreden beslissingen niet in stand blijven. Het
beroep zal derhalve op dit punt gegrond worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie stelt deze tegemoetkoming vast op € 50,=.
Met betrekking tot b, c en d:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft de onderdelen b, c en d van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep wat betreft onderdeel a van het beklag gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 februari 2012
secretaris voorzitter