Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4380/GB, 17 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4380/GB

Betreft: [klager] datum: 17 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 april 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Wolvenplein te Utrecht. Op 31 oktober 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt. Op 4 januari 2012 is hij overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De overplaatsingsbeslissing is onredelijk en/of onrechtmatig. Het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) van de locatie Wolvenplein stond positief tegenover detentiefasering (overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting) en had een
plan klaarliggen om dit ten uitvoer te brengen. Detentiefasering in de locatie Wolvenplein bleek echter niet meer mogelijk en derhalve diende klager overgeplaatst te worden naar de p.i. Nieuwegein. Klager heeft hiermee ingestemd met het oog op
detentiefasering. Klagers detentiefasering kon echter, na inzet van het b.s.d. van de locatie Wolvenplein, alsnog uitgevoerd worden in de locatie Wolvenplein. Een overplaatsing daar de p.i. Nieuwegein was derhalve niet meer vereist. Desondanks werd
klager overgeplaatst naar de p.i. Nieuwegein. Het plan voor detentiefasering zou worden overgenomen door het b.s.d. van de p.i. Nieuwegein. Het b.s.d. van de p.i. Nieuwegein heeft het plan echter niet overgenomen. Zij is zelf opnieuw gestart met het
voorbereiden van klagers detentiefasering. Klager heeft door zijn overplaatsing al geruime tijd bewegingsvrijheid in het kader van detentiefasering misgelopen. Klager heeft in zijn bezwaarschrift verzocht om een afschrift van het onderliggende dossier
en een aanvullende termijn om nadere gronden van bezwaar in te dienen. Op 21 november 2011 heeft klager nogmaals per brief verzocht om een afschrift van het onderliggende dossier. Klager stelt dat zijn raadsman ingevolge artikel 65, eerste en derde
lid,
van de Pbw het recht heeft inzage te krijgen in de onderliggende stukken. Beide partijen moeten kennis kunnen nemen van alle in het geding gebrachte stukken. Klager heeft de stukken niet ontvangen. Klager heeft derhalve niet kunnen toetsen of de
gegevens juist zijn. Het niet verstrekken van de stukken is in strijd met beginselen van een eerlijk proces. Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is inmiddels geselecteerd voor een gestapeld traject. Klager zal, indien hij goed functioneert, te zijner tijd in een penitentiair programma worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Nu klager inmiddels is overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge, is het belang aan zijn beroep komen te ontvallen. In beginsel zou dit een aanleiding kunnen zijn klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep. Nu in beroep
evenwel uitdrukkelijk is verzocht om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2. Klager heeft bezwaar en beroep ingesteld tegen de beslissing hem te plaatsen in de p.i. Nieuwegein, omdat hij wilde starten met detentiefasering. Allereerst is van belang dat de selectiefunctionaris ongemotiveerd voorbij is gegaan aan het
voorstel van de locatie Wolvenplein om klager, gelet op de onderbezetting van het TR-personeel in de p.i. Nieuwegein, in het h.v.b. van de locatie Wolvenplein te laten verblijven totdat klagers TR-traject is afgerond. Gelet op het vorenstaande is de
beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Voorts is van belang dat klagers raadsman terecht erover heeft geklaagd dat hem de relevante stukken niet ter beschikking zijn gesteld. Het beroep dient derhalve gegrond te worden
verklaard. Aangezien klager inmiddels is overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge zal de beroepscommissie volstaan met een vernietiging van de bestreden beslissing. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van de
hierna
te vermelden tegemoetkoming, nu aannemelijk is dat klagers detentiefasering als gevolg van de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris vertraging heeft opgelopen en klager daardoor nadeel heeft ondervonden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager een tegemoetkoming toe ten bedrage van €75,00.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 17 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven