Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3992/GA, 10 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3992/GA

betreft: [klager] datum: 10 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. Paans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 november 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beëindiging van klagers deelname aan een traject in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR) omdat klager niet wilde meewerken aan een verdiepingsonderzoek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager wilde niet meewerken aan een verdiepingsonderzoek van de reclassering omdat in klagers strafzaak eerder een verzoek tot observatie in het
Pieter
Baan Centrum door de rechter-commissaris is afgewezen.

De directeur heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de uitspraak van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager door zijn weigering om mee te werken aan een
verdiepingsonderzoek, onvoldoende heeft meegewerkt aan het TR-traject, hetgeen beëindiging van het traject rechtvaardigt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.A.M. de Wit en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven