Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3179/TR, 13 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3179/TR

betreft: [klager] datum: 13 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

tegen een fictieve beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Polderman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft geen beslissing genomen op klagers verzoek van 12 april 2011 om hem compensatie te bieden voor de onnodige vertraging in zijn behandeling.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 20 januari 1995 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Na verblijf in FPC Veldzicht en FPC Van Mesdag is klager krachtens beslissing van 13 maart 2003 geplaatst in een longstayvoorziening van de Pompestichting. Het daartegen ingediende beroep van klager is door de beroepscommissie bij uitspraak 03/767/TB
ongegrond verklaard.
Klager heeft op 26 juli 2005 en 23 maart 2006 verzocht hem over te plaatsen naar een behandelinrichting, welke verzoeken op 27 juli 2005 respectievelijk 2 april 2008 door de Staatssecretaris zijn afgewezen. De daartegen ingediende beroepen zijn door de
beroepscommissie ongegrond verklaard bij uitspraak 06/467/TB respectievelijk uitspraak 08/860/TB.
Op 27 mei 2008 is beslist klager over te plaatsen naar een longstayvoorziening van FPC Veldzicht. Klager is daar op 28 mei 2008 opgenomen.
Bij schrijven van 14 juni 2010 heeft Veldzicht een aanvraag beëindiging longstay met betrekking tot klager ingediend. De Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP) heeft in het kader van de driejaarlijkse herbeoordeling van de longstaystatus op 8
oktober 2010 geadviseerd klagers longstaystatus op te heffen. Bij brief van 4 januari 2011 heeft de Staatssecretaris klager bericht dat zijn longstaystatus is opgeheven. Op 29 maart 2011 heeft de Staatssecretaris besloten klager over te plaatsen naar
FPC Van Mesdag. Deze overplaatsing is op 31 maart 2011 gerealiseerd.
Op 12 april 2011 heeft klager de Staatssecretaris verzocht hem compensatie voor de onnodige vertraging in zijn behandeling toe te kennen.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Op 14 juni 2010 is verzocht de longstayplaatsing van klager te beëindigen. De LAP heeft op 8 oktober 2010 geadviseerd klagers longstaystatus op te heffen.
Ondanks herhaald rappel, laatstelijk op 19 september 2011, heeft de Staatssecretaris geen beslissing op klagers verzoek om compensatie voor de onnodige vertraging in zijn behandeling gegeven. De reden daarvan is onduidelijk. Het verwijt van de
Staatssecretaris aan het adres van klager dat de beroepsprocedure niet de juiste weg is om de zaak af te handelen, is daarom niet op zijn plaats.
Klagers daadwerkelijke overplaatsing naar een behandelinrichting is onnodig en onredelijk lang uitgebleven. Hierdoor is klager geschaad in zijn belangen en heeft zijn behandeling onnodige vertraging opgelopen. Klager wenst een tegemoetkoming van €
1000,=.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Na het advies van de LAP van 8 oktober 2010 is op 29 maart 2011 beslist klager over te plaatsen naar FPC Van Mesdag. De Staatssecretaris biedt zijn excuses aan voor het uitblijven van een reactie op klagers verzoek om een tegemoetkoming. Hoezeer de
gang
van zaken kan worden betreurd, de ingezette beroepsprocedure is niet de juiste weg om de zaak af te handelen. Het uitblijven van een reactie is niet een voor beroep vatbare beslissing.
Als de beroepscommissie anders oordeelt, wordt zij verzocht het beroep ongegrond te verklaren. Het advies van de LAP is in december 2010 door de afdeling plaatsing forensische zorg ontvangen. Op 29 maart 2011 is besloten klager over te plaatsen naar
FPC
Van Mesdag, waarin klager op 31 maart 2011 is opgenomen. Hiermee is geen sprake van een onredelijke termijn voor het vinden van een geschikte behandelplaats. De periode is benut voor bestudering van de in het kader van klagers terugplaatsing
uitgebrachte adviezen, voor in- en extern overleg, beoordeling van klagers dossier door FPC Van Mesdag en het wachten op het vrijkomen van een voor klager geschikte behandelplaats. Van onzorgvuldig of onrechtmatig handelen van de zijde van de
Staatssecretaris is daarmee geen sprake. Daarom bestaat geen aanleiding voor een tegemoetkoming aan klager.

4. De beoordeling
De beroepscommissie kan alleen in het kader van een beroep ex artikel 69 Bvt bepalen of aan klager bij gegrondverklaring van een beroep tegen een in dat artikel genoemde beslissing van de Staatssecretaris een tegemoetkoming dient te worden toegekend.

Vast staat dat klager niet in het kader van een door de beroepscommissie gegrond verklaard beroep om een tegemoetkoming heeft gevraagd, zodat niet ter beoordeling van de beroepscommssie staat of sprake is van een (vermeende) schending van een op grond
van een dergelijke uitspraak ontstaan recht die volgens vaste jurisprudentie vatbaar is voor beroep.
In de Bvt is niet anderszins een wettelijk recht op een tegemoetkoming van de Staatssecretaris opgenomen.
Klager kan daarom niet in het beroep worden ontvangen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 13 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven