Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4190/GB, 15 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4190/GB

Betreft: [klager] datum: 15 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 november 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 7 juli 2011 gedetineerd. Hij verbleef in unit zes van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught. Op 14 december 2011 is hij overgeplaatst naar unit zeven van de p.i. Vught, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is inmiddels gestart met het traject Binnen Beginnen. De reclassering is ondertussen al drie keer langs geweest. Twee keer voor gesprekken en één keer voor het rapport dat is opgesteld.
Klager
gaat hieraan zijn medewerking verlenen omdat hij daar alleen maar beter van kan worden. Volgens klager heeft de reclasseringsmedewerker hem medegedeeld dat zij achter overplaatsing naar een b.b.i. staat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is in juli 2011 als arrestant geplaatst omdat hij als zelfmelder heeft verzuimd zich te melden. Hiermee heeft klager aangetoond dat hij zich niet aan
afspraken kan houden. Klager is Terugdringen Recidive (TR)-kandidaat en heeft inmiddels een instemmingsverklaring getekend om deel te nemen aan het traject “Binnen Beginnen”. In de reactie op het beroepschrift heeft de selectiefunctionaris aangegeven
dat er inmiddels een re-integratieplan “Binnen Beginnen” is opgesteld. In dit plan wordt voorgesteld om klager aan te melden voor een behandeling bij de GGZ. Verder staat daarin dat het recidiverisico hoog wordt ingeschat omdat klager niet intrinsiek
gemotiveerd is voor behandeling. In dit plan staat echter ook dat het wenselijk is dat klager stap voor stap re-integreert om op die manier te kunnen controleren hoe hij met vrijheden omgaat. De selectiefunctionaris blijft echter bij de beslissing om
klagers verzoek af te wijzen. Klager is namelijk eerder, weliswaar een aantal jaren geleden, ook veroordeeld voor een zedendelict. Het is volgens de selectiefunctionaris een te groot risico om klager zonder behandeling weer de maatschappij in te
sturen.
Er zal door de p.i. Vught naar aanleiding van het re-integratieplan een nieuw selectievoorstel worden gemaakt.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is aanmerking genomen dat klager als
zelfmelder in juli 2011 heeft verzuimd zich te melden. Klager heeft thans nog geen vrijheden genoten. Tevens is hierbij in aanmerking genomen dat er ten tijde van de bestreden beslissing nog geen re-integratieplan was opgesteld. Inmiddels is er wel een
re-integratieplan opgesteld. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris in redelijkheid, in afwachting van een nieuw selectieadvies van de p.i. Vught naar aanleiding van dit re-integratieplan en gezien het als hoog ingeschatte
recidiverisico, heeft kunnen oordelen dat klager nog niet in aanmerking komt voor overplaatsing naar een b.b.i.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven