Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4062/GA, 1 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4062/GA

betreft: [klager] datum: 1 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zwaag te Hoorn,

gericht tegen een uitspraak van 2 november 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zwaag, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman mr. N. van der Kruk in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagrechter stelt dat bij het nemen van de beslissing onvoldoende rekening is gehouden met het advies van de politie, gezien het feit dat het politieadvies niet bij de stukken zou zijn gevoegd. Echter bij de informatiebrief aan de beklagrechter
waren vier bijlagen gevoegd. Drie pagina’s OM-advies en het advies van de politie. Tijdens de zitting van 24 oktober 2011 was het politieadvies voorhanden en kon het aan de beklagrechter worden overgelegd. Volgens de beklagrechter had met de officier
van justitie overlegd moeten worden of de door de politie geadviseerde avondklok invloed zou hebben gehad op het OM-advies. Nu echter, dit blijkt uit de brief van de advocaat, de adressen van de slachtoffers bij klager bekend zijn en de slachtoffers
pizzakoerier zijn, kan niet worden gesteld dat de kans op confrontatie met de slachtoffers klein is. Een avondklok zou geen soulaas bieden. In hoeverre de slachtoffers klager wel of niet zouden herkennen, is voor de directeur niet na te gaan. Vertrouwd
mag worden op het advies van de officier van justitie.
Aangezien aan klager tijdens zijn verlof geen huisarrest kan worden opgelegd en elektronisch toezicht tijdens verlof vooralsnog niet mogelijk is, dient op dit moment het belang van de slachtoffers te prevaleren boven het re-integratiebelang van klager.
Er waren nog acht maanden detentie te gaan en een re-integratieplan moest nog worden opgesteld. Door klager is gesteld dat het verlof voor hem van belang is voor het in stand houden van het contact met zijn familie en vrienden. Klager kreeg gedurende
zijn verblijf in Zwaag zeer frequent bezoek van zijn beide ouders, zijn broers en andere familieleden, zodat het contact met zijn familie in stand is gebleven. Voorts is het de vraag, gezien de delicten, of het in stand houden van contacten met zijn
vrienden werkelijk in belang is voor wat betreft de re-integratie van klager.Hij is op 4 november 2011 overgeplaatst naar de gesloten gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Namens klager is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt toegelicht.
De beslissing van de directeur d.d. 31 augustus 2011 is in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur, in bijzonder het beginsel van een behoorlijke belangenafweging. Het feit dat ter zitting het advies alsnog aan de advocaat en de beklagrechter
is
getoond, doet er niet aan af dat uit de beslissing van de directeur niet blijkt dat het positieve advies van de politie in de beslissing is meegewogen. Deze veronderstelling wordt versterkt door de inhoud van de brief van de directeur aan de commissie
van toezicht d.d. 15 september 2011, waarin nadere informatie wordt verschaft en op geen enkele wijze wordt gerept over het politieadvies. De overige bezwaren zoals gesteld in beroep treffen geen doel. Aangetoond is dat de woonadressen van de
slachtoffers en de dader ver uit elkaar liggen. Klager heeft geen enkel belang om met de slachtoffers contact op te nemen.
Klager was tijdens de straatroven volledig onherkenbaar, droeg een bivakmuts. De kans op een bewuste dan wel toevallige confrontatie valt te verwaarlozen.
De directeur is opgedragen een nieuwe beslissing te nemen vóór 16 november 2011 maar heeft pas op 9 december 2011 een nieuwe beslissing genomen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zestien maanden met aftrek wegens (een) gekwalificeerd vermogensdelict(en). De einddatum detentie is bepaald op 22 juni 2012.

Klagers aanvraag voor algemeen verlof is op grond van het negatieve advies van het OM afgewezen. De bezwaren van het OM houden volgens het schrijven van de officier van justitie van het arrondissementsparket Alkmaar van 8 juli 2011 in dat er risico is
voor confrontatie met slachtoffers of anderszins betrokkenen bij het door klager gepleegde misdrijf. Klager is veroordeeld voor overvallen op pizzakoeriers in Hoorn.
Met het advies geeft het OM in feite aan dat klager uit de buurt van pizzakoeriers dient te blijven. Naar het oordeel van de beroepscommissie volgt uit het advies van het OM en de overige stukken echter geen reëel risico op slachtofferconfrontatie.
In de afwijzende beslissing van de directeur van 31 augustus 2011 is het advies van het OM, dat de beroepscommissie niet doorslaggevend acht, onverkort overgenomen, terwijl uit de stukken niet is gebleken dat de directeur ter zake een eigen afweging
heeft gemaakt.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur niet op goede gronden rust. Derhalve zal zij het beroep van de directeur ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging
van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven