nummer: 11/2910/JA
betreft: [klager] datum: 24 januari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1990], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 augustus 2011 van de beklagcommissie bij forensisch behandelcentrum Amsterbaken te Amsterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie hield zitting op 14 december 2011 in de justitiële jeugdinrichting De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist.
Klager, die inmiddels in vrijheid is en op behoorlijke wijze is opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.
De directeur van Amsterbaken heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft verwezen naar het eerder ingenomen standpunt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager in de periode van 18 april 2011 tot en met 1 mei 2011 niet in staat is gesteld naar de sportschool te gaan om te fitnessen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
In beklag heeft klager aangevoerd te weinig sportmomenten te hebben in een bepaalde periode. Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
In de toegezonden informatie is aangegeven dat klager zou hebben kunnen sporten op maandag 18 april 2011 en woensdag 27 april 2011, terwijl hij op die momenten stage liep. Op 20 april 2011 waren er wel activiteiten gepland, maar die hadden niets met
sport te maken. Dat er op zondag 24 april 2011 voetbal op de planning stond is nooit aan klager verteld. Klager heeft niet genoeg sport aangeboden gekregen.
De directeur heeft aangegeven te persisteren bij zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie. Dit luidt als volgt. Er zijn problemen geweest bij het maken van afspraken met een sportschool buiten Amsterbaken. Het heeft enige tijd
geduurd voor de bezwaren van zowel Amsterbaken als het fitnessbedrijf opgelost waren.
Er zijn geen beloftes gedaan richting klager of andere jongeren en er is open gecommuniceerd met de jeugdigen over de stand van zaken.
Buiten de schooltijden wordt er binnen Amsterbaken meerdere malen per week gebruik gemaakt van de sporthal en het sportveld. Jongens kunnen dan met groepsleiding en jeugdigen van andere afdelingen sporten.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Uit de stukken is voldoende aannemelijk geworden dat er is gecommuniceerd over de logistieke problemen
die er met de sportschool waren, waardoor er daar nog niet gesport kon worden. Daarnaast heeft de inrichting zich ingespannen klager desondanks in de gelegenheid te stellen twee maal drie kwartier in de week te sporten. Als klager werkelijk had willen
sporten had hij zich, zo hij van de sportmomenten niet op de hoogte zou zijn geweest of zo hij niet in de gelegenheid was op de aangeboden tijdstippen aan de sport deel te nemen, ook tot de groepsleiding kunnen wenden met het verzoek om een extra
sportmoment op een ander tijdstip. Niet is gebleken dat klager van de geboden momenten gebruik heeft gemaakt, noch dat hij om andere momenten verzocht heeft.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, dr. J.J. Kole en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 24 januari 2012
secretaris voorzitter