Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3431/GA, 23 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3431/GA

betreft: [klager] datum: 23 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 oktober 2011 van de beklagcommissie bij de locatie De Boschpoort Breda,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie De Boschpoort Breda in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager op 4 oktober 2011 aan een urinecontrole heeft moeten deelnemen zonder dat hij daarvan vooraf op de hoogte is gesteld.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. De urinecontrole is immers wel een klager betreffende door of namens de directeur
genomen beslissing. Volgens klager is het vast beleid dat urinecontroles de avond ervoor worden aangekondigd. Dit is ten onrechte niet gebeurd, waardoor klager niet in staat was urine te produceren en hij in een isoleercel is geplaatst teneinde het
mogelijk te maken alsnog urine te produceren.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De klacht betreft de opdracht aan klager zich te onderwerpen aan de vier wekelijkse urinecontrole. Dit betreft een jegens klager genomen beslissing van of namens de directeur en is derhalve beklagwaardig op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw.
Naar het oordeel van de beroepscommissie kan in het kader van het beklag tegen een beslissing eveneens worden geklaagd over de wijze van uitvoering van die beslissing. De uitspraak van de beklagcommissie zal dan ook worden vernietigd en klager zal
alsnog worden ontvangen in zijn beklag.

Gelet op de inlichtingen van de directeur worden naast de vier wekelijkse urinecontroles in de inrichting eveneens onverwacht urinecontroles gehouden. Vanuit een oogpunt van doelmatigheid is het vaste regel in de inrichting dat de vier wekelijkse
urinecontroles de avond tevoren worden aangekondigd. Dat bevordert een voorspoedig verloop ervan. In het onderhavige geval betreft het een vier wekelijkse controle en staat vast dat deze niet de avond tevoren is aangekondigd.

Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Regeling Urinecontrole Penitentiaire Inrichtingen wordt alvorens de urine wordt afgenomen de reden van de urinecontrole aan de gedetineerde medegedeeld en wordt de gedetineerde uitleg gegeven over de te volgen
procedure. Ingevolge het vierde lid van dat artikel wordt de gedetineerde, die niet direct tot afgifte van de urine in staat is, gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid gesteld onder direct visueel toezicht urine af te staan. Er
bestaat dus een wettelijke verplichting om klager te informeren over een urinecontrole, maar deze gaat niet zover dat een urinecontrole steeds een avond van tevoren moet worden aangekondigd. Dat het gebruikelijk was om dit wel te doen, doet daaraan
niet
af. Die aankondiging een avond tevoren dient namelijk slechts de doelmatigheid en heeft geen nadere informatieve betekenis. Gesteld noch gebleken is dat klager omtrent de wijze waarop de urinecontroles worden afgenomen onvoldoende is geïnformeerd.
Voorts mocht klager, toen hij niet direct urine kon afstaan, vier uur worden afgezonderd. Het beklag zal derhalve alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.A.M. de Wit en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven