nummer: 11/2552/GA
betreft: [klager] datum: 19 januari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 22 juli 2011van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zwolle Zuid 1
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Klager en de directeur van voornoemde locatie zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2011, gehouden in de locatie Arnhem-Zuid, te worden gehoord. Klager en de directeur hebben schriftelijk laten weten niet ter zitting te
zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers derde en vierde aanvraag voor het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting vertelt aantoonbaar onwaarheden. Klager heeft geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van de commissie van toezicht en de RSJ. Klager heeft
na
zijn invrijheidsstelling alles zelf moeten regelen.
De directeur verwijst in beroep naar zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt. Klager voert in beroep geen inhoudelijke gronden aan. Het beroep is derhalve niet met redenen omkleed.
3. De beoordeling
Uit het advies van Tactus Reclassering van 12 mei 2011 komt naar voren dat bij klager sprake is van problematisch alcoholgebruik, wat een ontremmende factor is geweest ten tijde van het delict. Gelet hierop en het aanwezige recidiverisico, is de
beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur om klager geen vrijheden te verlenen, maar pas na voltooiing van enkele interventies om de recidivekans te verminderen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op
artikel 4, onder b en c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 19 januari 2012
secretaris voorzitter