Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3769/GB, 16 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3769/GB

Betreft: [klager] datum: 16 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwaag te Hoorn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2010 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b van de locatie Schutterswei te Alkmaar. Op 21 september 2011 is hij, na een periode in het Pieter Baan Centrum (PBC) te hebben verbleven, overgeplaatst
naar
het h.v.b. van de locatie Zwaag.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager vindt de reisafstand tussen de locatie Zwaag en Amsterdam niet acceptabel voor zijn drie kleine kinderen. Tevens geeft klager aan dat het voor één van zijn kinderen zelfs onmogelijk is om die afstand af te leggen in verband met schooltijden. Ook
is klager bang voor een confrontatie met een medegedetineerde die ervan verdacht wordt zijn nichtje te hebben aangerand. Klager is het ook niet eens met de wijze waarop de selectiefunctionaris omgaat met de keuze van de penitentiaire inrichting (p.i.)
die de gedetineerden aangeven. Dit duurt volgens klager te lang. Bovendien worden gedetineerden overal geplaatst behalve in de p.i. die ze als keuze opgeven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard omdat de klager preventief is ingesloten voor het parket Alkmaar en hij daarom heeft besloten klager te plaatsen in het h.v.b. van de locatie Zwaag. Hij acht de reistijd tussen
Amsterdam en de locatie Zwaag acceptabel. Met betrekking tot een eventueel conflict met een medegedetineerde geeft de selectiefunctionaris aan dat de locatie Zwaag interne maatregelen kan nemen mocht deze situatie zich voordoen. Wanneer deze niet
toereikend worden geacht kan de inrichting een voorstel tot overplaatsing uitbrengen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status van preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het parket Alkmaar. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij
het
arrondissement van vervolging. De inrichting waar klager thans verblijft, bevindt zich binnen het arrondissement van vervolging. Klager wenst onder andere te worden overgeplaatst in verband met bezoekproblemen. Bezoekproblemen zijn inherent aan het
ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Nu klager niet feitelijk heeft onderbouwd dat het voor zijn kinderen onmogelijk is hem in de inrichting waar hij thans verblijft te bezoeken, is niet
gebleken
dat sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden. Wanneer er eventueel een conflict met een medegedetineerde plaatsvindt, kan de locatie Zwaag interne maatregelen nemen. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 16 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven