Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3720/GB, 10 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

`
Nummer: 11/3720/GB

Betreft: [klager] datum: 10 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. U. van Ophoven, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 juli 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is gebaseerd op het selectieadvies van de directeur van de p.i. ter Apel van 7 oktober 2011. Klager heeft dit advies pas in beroep ontvangen, waardoor hij niet in staat
was om eerder inhoudelijk op dit advies te reageren. De bestreden beslissing is vooral gebaseerd op de omstandigheid dat in het selectieadvies staat dat klager weigert deel te nemen aan een traject in het kader van het programma Terugdringen Recidive
(TR). Klager heeft eerder meegewerkt aan een TR-traject. Omdat hij een certificaat van de Leefstijltraining en een bewijs van deelname aan de cognitieve vaardigheden-training “Eerst denken, dan doen” kon tonen, is het volgens klager niet nodig dat hij
tijdens zijn huidige detentie wederom deelneemt aan cursussen en trainingen. Voor het overige is het selectieadvies erg positief over klager. Zijn status van veelpleger heeft hij lang en breed achter zich gelaten. Hij werkt overal aan mee. Tijdens
verloven heeft hij zich altijd goed gedragen en zijn drugsproblemen spelen geen rol meer. Voorafgaand aan zijn huidige detentie had klager woonruimte geregeld. De politie heeft geen bezwaar tegen het verlenen van verlof aan klager en het verlofadres is
goedgekeurd. Klager kan zich niet voorstellen dat de omstandigheid dat hij zich in 2010 niet heeft gehouden aan de aan hem opgelegde schorsingsvoorwaarden een rol heeft gespeeld bij de afwijzing van zijn verzoek. Het ging om een plaatsing in een
Intramuraal Motivatie Centrum (IMC). Volgens klager heeft hij destijds goed meegewerkt, maar is het desondanks niet gelukt om een diagnose bij hem te stellen. Hij was in het IMC geplaatst in verband met zijn alcoholprobleem. Hij was gestopt met het
gebruiken van alcohol en er was kennelijk geen reden een vervolgtraject te indiceren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is tijdens een eerdere detentie opgenomen in het IMC om hem te observeren en te diagnosticeren. Hij verleende destijds echter geen tot weinig medewerking aan
onderzoeken ten behoeve van een diagnose. Omdat hij bleef weigeren en er geen basis tot samenwerking bleek te zijn, is klager uiteindelijk uit het IMC ontslagen. De omstandigheid dat klager thans weigert deel te nemen aan een TR-traject leidt er toe
dat
hij op dit moment niet wordt geplaatst in een inrichting met meer vrijheden. Dat klager tijdens een eerdere detentie al een TR-traject heeft doorlopen en dit niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, geeft volgens de selectiefunctionaris juist aan
dat het van belang is dat klager deelneemt aan een TR-traject. Klagers inzicht in zijn delictgedrag is kennelijk minimaal, zodat daar aan moet worden gewerkt. Op het moment dat klager gemotiveerd wil meewerken aan een TR-traject, komt hij in aanmerking
voor detentiefasering.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Klager weigert deel te nemen aan een TR-traject. Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen gedetineerden die weigeren deel te nemen aan een traject in het kader van het
programma
TR niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is juist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven