Nummer: 11/3364/GB
Betreft: [klager] datum: 13 januari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Ben Tarraf, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 4 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van Unit 6 te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 mei 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave. Op 19 september 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van Unit 6 te Vught, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Klager meent dat de selectiefunctionaris geen rekening heeft gehouden met de medische situatie van zijn zus en de lange periode van zijn detentie. Klager komt thans
nog niet in aanmerking voor detentiefasering omdat hij geen BSN-nummer heeft. Nu klager in het bezit is van een Belgische verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, zal deze hindernis te zijner tijd worden genomen. In de tussentijd is met het bureau
selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) besproken dat geadviseerd zou worden klager over te plaatsen naar een inrichting in de regio Amsterdam vanwege de medische situatie van zijn zus. Klager wenst te worden gehoord.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 19 september 2011 heeft er in het kader van de nieuwe Penitentiaire Landkaart een bestemmingswijziging plaatsgevonden bij de p.i. Grave en de p.i. Vught. De p.i. Grave is nagenoeg geheel herbestemd tot huis van bewaring en de p.i. Vught is geheel
herbestemd tot gevangenis. In overleg met beide inrichtingen is overeengekomen dat de gedetineerden verhuisd zouden worden in de week van 19 september. Het betrof een verhuizing van bijna 120 gedetineerden en derhalve kon nauwelijks rekening worden
gehouden met de individuele voorkeuren van de gedetineerden. Klager heeft kennelijk bij het b.s.d. van de p.i. Grave gemotiveerd aangegeven waarom hij niet naar de p.i. Vught overgeplaatst wilde worden. Klager verzoekt in zijn bezwaarschrift tevens om
overplaatsing naar de locatie Westlinge in het kader van zijn detentiefasering. Klagers verzoek heeft de selectiefunctionaris niet bereikt. Indien een gedetineerde overgeplaatst wil worden in het kader van detentiefasering dient het verlofadres
onderzocht te worden en dienen de adviezen van de politie en van het Openbaar Ministerie of de advocaat-generaal opgevraagd te worden. De selectiefunctionaris heeft geen rekening kunnen houden met deze gegevens, omdat deze ten tijde van de selectie
niet
bij de selectiefunctionaris bekend waren. Klager kan in de p.i. Vught een verzoek tot detentiefasering indienen.
4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht te worden gehoord. Klager heeft zijn verzoek niet toegelicht. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.
4.2. De gevangenis van Unit 6 te Vught is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.3. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.4. Gelet op het feit dat in de week van 19 september 2011 een groot aantal gedetineerden verhuisd moest worden vanwege de herbestemming van de p.i. Grave en de p.i. Vught, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat klager in de p.i. Vught een verzoek tot overplaatsing of detentiefasering kan indienen en dat dan het nodige vooronderzoek gedaan kan worden met het oog op de beslissing over eventuele detentiefasering.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 13 januari 2012
secretaris voorzitter