Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3411/GB, 13 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3411/GB

Betreft: [klager] datum: 13 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Tieman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 oktober 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de p.i. Ter Apel. Op 15 maart 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als
bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Op 4 oktober 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil in een inrichting worden geplaatst met meer vrijheden. De omstandigheid dat hij tijdens een urinecontrole een te laag kreatininegehalte had, betekent volgens klager niet, anders dan
de
selectiefunctionaris stelt, dat hij harddrugs heeft gebruikt. Het gaat te ver om een laag kreatininegehalte gelijk te stellen aan het gebruik van harddrugs. Bovendien zijn er geen gegevens bekend over hoe hoog het kreatininegehalte van klager was, wat
zijn normale kreatininegehalte is en bij welk kreatininegehalte beïnvloeding van de urinecontrole aannemelijk is. Ook kan het kreatininegehalte per persoon verschillen. Klager rookt niet, gebruikt geen drugs, sport veel en drinkt daarom ook veel. Hij
was voordat de urinecontrole plaatsvond al naar het toilet geweest. De urinecontrole vond plaats in bijzijn van een bewaarder, zodat frauderen niet mogelijk was. Volgens klager zouden genoemde omstandigheden kunnen hebben geleid tot een laag
kreatininegehalte, zonder dat sprake hoeft te zijn van het gebruik van harddrugs. De beleidsregel dat een te laag kreatininegehalte wordt gelijkgesteld aan het gebruik van harddrugs is te kort door de bocht. De beslissing van de selectiefunctionaris is
volgens klager dan ook onzorgvuldig genomen en dient te worden vernietigd. Klager verzoekt om een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Omdat klager rechtmatig in Nederland verblijft is besloten om hem vanuit de inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen over te plaatsen naar de
gevangenis van de p.i. Ter Apel. Bij een urinecontrole is bij klager een te laag kreatininegehalte geconstateerd. Volgens de beleidsnota wordt een te laag kreatininegehalte gezien als frauderen bij het afnemen van een urinecontrole. Dit wordt
gelijkgesteld met het gebruik van harddrugs en ook als zodanig gesanctioneerd. Derhalve komt klager niet in aanmerking voor plaatsing in een inrichting met meer vrijheden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele
gemeenschap worden geplaatst.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres

4.3. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de omstandigheid dat hij op 6 september 2011 is gesanctioneerd voor het hebben van een te laag kreatininegehalte - hetgeen een contra-indicatie vormt voor detentiefasering
-, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven