Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3107/GB, 13 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3107/GB

Betreft: [klager] datum: 13 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager was sedert 13 april 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 10 oktober 2011 is klager in vrijheid gesteld.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Op 20 april 2011 is klager in eerste aanleg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Derhalve is aan hem, anders dan de selectiefunctionaris
stelt, geen gevangenisstraf opgelegd voor minder dan zes maanden. Dat tevens de tenuitvoerlegging is gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, doet aan het voorgaande niet af. Bovendien is volgens
klager zijn verzoek om deelname aan een p.p. tijdig ingediend nu hij ten tijde van zijn aanvraag nog een strafrestant had van tenminste vier weken. Nu de selectiefunctionaris verder geen argumenten aan de bestreden beslissing ten grondslag heeft
gelegd,
is volgens klager zijn verzoek ten onrechte afgewezen en dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is volgens de selectiefunctionaris in eerste aanleg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minder dan zes maanden. Reeds hierom komt
klager niet in aanmerking voor deelname aan een p.p. Bovendien heeft klager zich tijdens eerdere voorwaardelijke straffen niet aan de gestelde voorwaarden gehouden. Zo is onder meer de tenuitvoerlegging gelast van een aan klager opgelegde
voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. Verder is gebleken dat klager sinds 2002 regelmatig in aanraking is geweest met politie en justitie. Bovendien heeft het Openbaar Ministerie (OM) negatief geadviseerd ten aanzien van
klagers
detentiefasering.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het p.p. en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Anders dan de selectiefunctionaris stelt, blijkt uit de stukken dat aan klager in eerste aanleg een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden is opgelegd. Derhalve stond de duur van de aan klager opgelegde gevangenisstraf
niet in de weg aan deelname aan een p.p. Gelet echter op het negatieve advies van het OM waarin staat vermeld dat er een groot gevaar bestaat voor recidive en dat klager wordt gezien als een notoire veelpleger, daarbij in aanmerking genomen dat klager
zich tijdens eerdere voorwaardelijke straffen niet aan de gestelde voorwaarden heeft gehouden, zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven