nummer: 11/2102/GA
betreft: [klager] datum: 2 januari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van Unit 6 te Vught,
gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde unit, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 december 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van Unit 6.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat een bezoekster de toegang tot de inrichting is geweigerd.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Door omstandigheden is niet tijdig op het beklag gereageerd. Dit zou er niet toe moeten leiden dat de klacht gegrond wordt verklaard. De directeur is niet opgeroepen voor de behandeling van de zaak door de beklagcommissie. Uit inlichtingen van de
portier is gebleken dat het legitimatiebewijs van de bezoekster gescheurd was.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er zou een vriendin op bezoek komen. Zij mocht niet naar binnen omdat haar legitimatiebewijs gescheurd was, maar zij had ook een rijbewijs bij zich. Zij heeft een nieuw legitimatiebewijs laten maken en is vervolgens op bezoek geweest.
3. De beoordeling
Het beklag betreft een beslissing genomen jegens klagers vriendin, inhoudende dat zij geen toegang kreeg tot de inrichting. Er is geen sprake van een beklag over een klager betreffende beslissing, zodat zich geen geval voordoet als bedoel in artikel
60,
eerste lid, van de Pbw. Klager had daarom niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in zijn beklag. Dit leidt tot de volgende beslissing.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 januari 2012
secretaris voorzitter