Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3791/GA, 4 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3791/GA

betreft: [klager] datum: 4 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Westlinge in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het Openbaar Ministerie (OM) en de directeur hebben geen vertrouwen in een goede afloop van het verlof, omdat klagers penitentiair programma met
elektronisch
toezicht tijdens de vorige detentie niet goed is verlopen. Klager vertoont goed gedrag en neemt deel aan het programma Terugdringen Recidive (TR). De afwijzing is gebaseerd op een strafbaar feit uit het verleden. De omstandigheden zijn inmiddels
veranderd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek, wegens afpersing. Aansluitend dient hij een hechtenis van 30 dagen, een vervangende hechtenis van 42 dagen op grond van de Wet Terwee en een vervangende hechtenis van zeven dagen op grond
van de Lex Mulder te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 juni 2012.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

De directeur heeft op 30 augustus 2011 klagers verzoek om algemeen verlof afgewezen. Deze beslissing is gebaseerd op het advies van het OM, dat negatief is vanwege het feit dat klager tijdens de deelname aan een penitentiair programma een nieuw
strafbaar feit heeft gepleegd waarvoor hij in eerste aanleg en hoger beroep is veroordeeld.

Klager heeft in 2007 tijdens zijn deelname aan een penitentiair programma met elektronisch toezicht, als onderdeel van zijn vorige detentie, een nieuw strafbaar feit gepleegd waarvoor hij is veroordeeld. De beroepscommissie is van oordeel dat
voornoemde
omstandigheid in dit stadium een voldoende contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen
en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b en d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden
dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 4 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven