Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2246/GA, 20 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

.

nummer: 11/2246/GA

betreft: [klager] datum: 20 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2011 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 november 2011, gehouden in de locatie Noordsingel te Rotterdam, zijn gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde p.i. en [...], juridisch medewerkster bij voormelde p.i..
Klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, is hoewel op behoorlijke wijze opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in eigen cel of in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens werkweigering.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van
€ 7,50 toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt ter zitting als volgt toegelicht.
Bij de gedetineerden is het bekend dat als ze zich ziek melden er contact moet zijn met de medische dienst. Omdat er bij de medische dienst niets bekend was omtrent een ziekmelding bij klager is klager, omdat hij al meerdere dagen een verminderde
arbeidsinzet toonde, bestraft als werkweigeraar. Omdat het verwijtbaar is, is klager een straf opgelegd conform het sanctie beleid.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit al hetgeen naar voren is gebracht valt af te leiden dat klager, die in het huis van bewaring niet verplicht is aan de arbeid deel te nemen, zich daarvoor blijkbaar wel heeft aangemeld. Hij dient zich dan ook aan de regels van het werkproces te
houden. In geval van medische problemen dient de medische dienst deze vast te stellen en klager tijdelijk of deels arbeidsongeschikt te verklaren. Nu niet is gebleken dat klager zich op enig moment tot de medische dienst heeft gewend en hij wel
meermalen een verminderde werkinzet toonde, heeft de directeur in redelijkheid tot eerdergenoemde disciplinaire straf kunnen overgaan. Niet is gebleken waarom in deze niet een dergelijke sanctie kan worden opgelegd in plaats van een ordemaatregel.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. A.T. van Riet-Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven