Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1999/GA, 18 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 11/1999/GA

betreft: [klager] datum: 18 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 juni 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat in de week van 2 tot en met 8 mei 2011 geen gebruik kon worden gemaakt van de bibliotheek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft schriftelijk aangevoerd dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagcommissie. Klager heeft daarbij aangegeven dat hij het er niet mee eens is dat de beklagcommissie hem niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn klacht
mondeling toe te lichten.

De directeur heeft niet op het beroepschrift gereageerd.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 64, eerste lid, van de Pbw kan de beklagcommissie, indien zij het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht, volstaan met het afdoen van het beklag op basis van de stukken. De
beklagcommissie heeft van die bevoegdheid in dit geval gebruikgemaakt. Er is mitsdien geen sprake van een schending van het door klagers gestelde hoor- en/of aanwezigheidsrecht ter zitting van de beklagcommissie.

Gelet op de hierna te nemen beslissing is er geen aanleiding het verzoek van klager om alsnog te worden gehoord in te willigen en kan voorbijgegaan worden aan hetgeen hieromtrent in de beslissing van de beklagcommissie besloten ligt.

Op grond van artikel 48, eerste lid van de Pbw heeft de gedetineerde recht op het wekelijks gebruik maken van een bibliotheekvoorziening. Vast staat dat de bibliotheek in de week van 2 tot en met 8 mei 2011 niet geopend is geweest tengevolge van
personele onderbezetting. Nu klager in genoemde week geen gebruik heeft kunnen maken van de bibliotheek is de beslissing van de directeur in strijd met de wet. Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak
van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Nu de directeur ter compensatie een uur extra recreatie heeft aangeboden en er bovendien in de week voorafgaande aan de sluiting extra uitleenfaciliteiten zijn geboden, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig om een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 18 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven