Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/2191/GA, 29 januari 2002, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/2191/GA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 5 december 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 november 2001 van de beklagcommissie bij de locatie De Geerhorst te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en de directeur van de locatie De Geerhorst waren uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 4 januari 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught te Vught, te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoernaar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De directeur van de locatie De Geerhorst heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, voor de duur van maximaal veertien dagen, in afwachting van overplaatsing, nu klager wegens het bezigen vanracistische en opruiende taal in een bij de postcensuur aangetroffen brief van klager, in relatie tot eerder opgemaakte schriftelijke verslagen, niet langer geschikt werd geacht voor een langer verblijf in het huis van bewaring(h.v.b.) De Geerhorst.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager noch de directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht.

3. De beoordeling
Blijkens de schriftelijke beschikking van de opgelegde ordemaatregel is klager in afwachting van overplaatsing in afzondering geplaatst, omdat hij door een bij de postcensuur aangetroffen racistische en opruiende brief in relatietot eerdere rapporten (bedoeld wordt eerder opgemaakte schriftelijke verslagen) niet langer geschikt werd geacht voor het h.v.b.-regime waar hij verbleef.
In de schriftelijke beschikking wordt niet aangegeven welke passages in de brief als racistisch of opruiend worden beschouwd. De beroepscommissie kan dat ook niet lezen in die brief. Bovendien betrof het hier een brief, die klagernaar een gedetineerde in een andere inrichting heeft willen versturen. Het niet openbare karakter daarvan doet ook af aan eventuele opruiing of belediging.
Nu voorts niet gespecificeerd wordt om welke eerdere verslagen het gaat, zoals in de beschikking aangegeven, moet de conclusie luiden, dat er onvoldoende feitelijke grondslag is geweest voor het nemen van de aangevochtenordemaatregel. Zij verklaart het beroep dan ook gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 60,=, bestaande uit € 7,50 per dag voor de tijd dat hij van 20 september 2001 tot en met 27 september 2001, toen hij werd overgeplaatst naar de locatie Overmaze teMaastricht, in afzondering heeft verbleven.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 60,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. T.M. Halbertsma en mr. G. de Jonge, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 29 januari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven