Nummer: 11/2925/GB
Betreft: [klager] datum: 24 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Admiraal, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een penitentiaire inrichting (p.i.) in de omgeving van Amsterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 24 september 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst naar een p.i. in de omgeving van Amsterdam omdat zijn vriendin en kind in Amsterdam wonen. Het is voor zijn partner en kind onmogelijk om klager
regelmatig
te bezoeken vanwege de reisafstand tussen Amsterdam en Veenhuizen, hetgeen volgens klager een inbreuk oplevert op het recht op familieleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Andere
strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen verblijven volgens klager wel in inrichtingen die niet zijn aangewezen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager heeft een strafrestant van meer dan vier maanden en heeft na de tenuitvoerlegging van zijn vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland. Hij
komt
daarom in aanmerking voor plaatsing in een VRIS (vreemdelingen in de strafrechtketen) -inrichting. De locatie Esserheem is aangewezen als VRIS-inrichting. In VRIS-inrichtingen worden uitsluitend strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen geplaatst van
wie verwacht wordt dat ze kunnen functioneren in een regime van algehele gemeenschap. Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling niet in een VRIS-inrichting kan worden geplaatst. In het geval van
klager is daarvan geen sprake. Klager krijgt regelmatig bezoek van zijn partner. In de locatie Esserheem worden ruime bezoektijden gehanteerd en bestaat voor klager tevens de mogelijkheid om via een beeldtelefoon contact met zijn partner en kind te
onderhouden.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager behoort tot de categorie van strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen en heeft een strafrestant van meer dan vier maanden. Voor dergelijke gedetineerden zijn de locaties Esserheem te Veenhuizen en de p.i. Ter Apel bestemd. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit
plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. De selectiefunctionaris heeft in redelijkheid hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn problemen met het ontvangen van bezoek niet als dergelijke bijzondere omstandigheden hoeven aanmerken.
Klager heeft immers niet feitelijk onderbouwd dat het voor zijn partner en kind niet mogelijk is hem in de inrichting waar hij thans verblijft te bezoeken. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 24 november 2011
secretaris voorzitter