nummer: 11/1447/TA
betreft: [klager] datum: 22 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.O. Roosjen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 26 april 2011 van de beklagcommissie bij het FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 5 september 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught,is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker.
Klagers raadsman mr. S.O. Roosjen heeft schriftelijk bericht dat hij en klager niet ter zitting zullen verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afzondering op 3 augustus 2010 op de separeerafdeling.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Volgens klager ging het niet om voorzetting van de afzondering, die eerst op zijn eigen kamer ten uitvoer gelegd werd. Klager meent dat er sprake was van separatie, want hij is weggehaald van de afdeling en in de separeerruimte in een gesloten ruimte
geplaatst. Dat deze ruimte formeel het etiket afzonderingsruimte draagt kan zo zijn, maar de facto komt het neer op separatie. Ook al voldoet deze ruimte aan de Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële tbs-inrichtingen (hierna: de
Regeling) kan er nog wel degelijk sprake kan zijn van separatie. De vermelding door klager van de beperkte luchtmogelijkheid en camerabewaking wordt door de beklagcommissie ten onrechte beschouwd als een uitbreiding van de klacht. Deze informatie is
alleen aangevoerd ter illustratie dat er sprake was van separatie en niet het voortzetten van afzondering.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De afzonderingsruimte op de separeerafdeling voldoet aan de vereisten van de Regeling. In deze afzonderingsruimte bevindt zich weliswaar geen kast, maar er staat een afsluitbare kast in de separeergang. Thans wordt er voor gezorgd dat er een kast in de
afzonderingsruimte wordt gebouwd. Ook is er maar één contactdoos in de ruimte aanwezig, maar op verzoek van de tbs-gestelde wordt een losse contactdoos verstrekt. In tegenstelling tot het gestelde in de brief van de inrichting van 11 januari 2011 is er
wel een prikbord in de afzonderingsruimte aanwezig.
Klager gedroeg zich agressief in gesprekken met de sociotherapie en toen is hem op 30 juli 2010 de maatregel van afzondering op eigen kamer opgelegd. Klager bleef echter agressief en dat had zijn weerslag op de afdeling. Klager is vervolgens geplaatst
in de afzonderingsruimte op de separeerruimte. Het was beter geweest als op de beschikking van 30 juli 2010 was geschreven dat op 3 augustus 2010 de afzondering in een andere ruimte ten uitvoer werd gelegd. De formulieren zijn inmiddels aangepast.
3. De beoordeling
In de beschikking van 30 juli 2010 is het vakje ‘eigen kamer (persoonlijke verblijfsruimte)’ aangekruist. Klager heeft echter vanaf 3 augustus tot en met 12 augustus 2010 verbleven in de afzonderingsruimte op de separeerafdeling, die zoals uit de brief
van de inrichting van 11 januari 2011 blijkt en zoals ook voortvloeit uit de tekortkomingen die namens de inrichting ter zitting zijn toegegeven, niet voldeed aan de vereisten van de Regeling. Voorts is de beroepscommissie van oordeel dat, zodra de
maatregel in een andere ruimte ten uitvoer wordt gelegd dan in de beschikking is vermeld, aan de tbs-gestelde een nieuwe beschikking dient te worden uitgereikt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden
beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie stelt deze vast op € 2,50 per dag tijdens zijn verblijf in de afzonderingsruimte op de separeerafdeling.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 25,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 22 november 2011
secretaris voorzitter