Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3090/GB, 28 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3090/GB

Betreft: [klager] datum: 28 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 juni 2009 gedetineerd. Hij verbleef op de afdeling extra zorgvoorziening (EZV) in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave. Op 22 juli 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime
van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Op het moment dat klager hoorde dat hij moest worden overgeplaatst heeft hij aangegeven dat zijn voorkeur uitgaat naar de p.i. Dordrecht of de locatie De Schie te Rotterdam omdat zijn familie in die
omgeving woont. Sinds klager is overgeplaatst naar de locatie Ooyerhoek Zutphen heeft hij geen enkele keer bezoek ontvangen. Klager mist vooral zijn driejarige dochter. Het is volgens klager slecht voor haar om haar vader niet te zien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen omdat in die inrichting op dat moment plaats was voor hem. Klager was in de p.i. Grave op de
EZV geplaatst. Op de EZV heeft klager de sfeer dusdanig onder druk weten te zetten dat een langer verblijf in de p.i. Grave niet was gewenst. Omdat klagers veiligheid in het geding dreigde te raken en er derhalve haast was geboden bij zijn
overplaatsing, was het niet mogelijk om rekening te houden met klagers voorkeur. Bovendien zou, indien er in de gevangenis van de p.i. Dordrecht plaats was geweest en klager aldaar zou zijn geplaatst, de kans bestaan dat klager binnen afzienbare tijd
wederom overgeplaatst zou moeten worden naar een andere inrichting in verband met de aankomende bestemmingswijziging van de p.i. Dordrecht. Zodra deze bestemmingswijziging heeft plaatsgevonden zou klager een verzoek kunnen doen om overplaatsing naar de
gevangenis van de p.i. Dordrecht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
veiligheid van klager in het geding dreigde te raken waardoor er haast was geboden bij de overplaatsing van klager. Vanwege de aankomende bestemmingswijziging van de p.i. Dordrecht lag overplaatsing naar die inrichting op dat moment niet voor de hand.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven