Nummer: 11/2328/GB
Betreft: [klager] datum: 29 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van de bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager verbleef als preventief gehechte in de Justitiële Jeugdinrichting
Amsterbaken te Amsterdam. Op 24 juni 2011 is hij geselecteerd voor het h.v.b. van de p.i. Almere. Op 23 augustus 2011 is klager geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Deze plaatsing is op 29 september 2011
gerealiseerd.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft – zakelijk weergegeven - het beroep als volgt toegelicht. Klager is zonder hierover te worden geïnformeerd overgeplaatst van de Justitiële Jeugdinrichting Amsterbaken naar het h.v.b. Almere. Klager wil zijn familie wekelijks kunnen
zien. Hij wil terug naar de Justitiële Jeugdinrichting Amsterbaken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar. In eerste instantie kon hij de uitkomst van het cassatieberoep afwachten in jeugddetentie.
Klager heeft zich echter dusdanig misdragen in jeugddetentie, dat zijn verblijf onhoudbaar werd. De jeugdinrichting heeft verzocht klager over te nemen in een inrichting voor volwassenen. De advocaat-generaal bij het ressortsparket Amsterdam kan zich
vinden in de overplaatsing. Het gedrag van klager wordt omschreven als zeer problematisch. Vanuit de rapportage wordt duidelijk dat er bij hem sprake is van zeer zorgelijke kenmerken van psychopatie. Klager kan zich desgewenst gedragen zoals van hem
verwacht wordt. Echter buiten het gezichtsveld van de begeleiding is hij in staat te splitsen. Hij zet groepsgenoten onder druk en laat een diepgaand patroon zien van gebrek aan achting voor en schending van de rechten van anderen. Hij laat geen
openlijke agressie zien, maar is in staat gebleken een afdeling en een team geheel te ontwrichten. Klager is in het h.v.b. Almere geplaatst om hem te monitoren teneinde een juiste plaats voor hem te vinden. Gedacht kan worden aan een PPC of een kleine
afdeling.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie heeft hierbij met name het bericht van Amsterbaken van 14 juni 2011 in aanmerking genomen, waaruit
het zeer problematische gedrag van klager in Amsterbaken naar voren komt. Dit gedrag vormt, aldus Amsterbaken, een inbreuk op het behandeltraject van medegroepsgenoten.
De beroepscommissie merkt nog op dat uit paragraaf 4 van de nota van toelichting bij de Regeling plaatsing en overplaatsing van jeugdigen volgt dat voor plaatsing in een jeugdinrichting bepalend is of “in het algemeen recht is gedaan naar het
jeugdstrafrecht”. De beroepscommissie constateert dat klager volgens het volwassenenstrafrecht is veroordeeld. Dit betekent dat de plaatsing van klager, die thans 20 jaar is, in een penitentiaire inrichting voor volwassenen niet in strijd is met
voornoemd uitgangspunt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 29 november 2011
secretaris voorzitter