Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2836/GB, 18 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2836/GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 februari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van locatie De Schie te Rotterdam. Op 11 augustus 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wenst te worden geplaatst in de gevangenis van locatie De Schie te Rotterdam. Zijn (ex)-vriendin heeft niet de financiële middelen om hem met hun twee kinderen in Krimpen aan den IJssel te
bezoeken. Locatie De Schie ligt voor zijn (ex)-vriendin op fietsafstand, zodat zij hem daar wel met de kinderen zou kunnen bezoeken. Klager had zijn kinderen twee jaar niet gezien en was juist zo blij dat hij weer contact met hen had. Door zijn
plaatsing in de p.i. Krimpen aan den IJssel is hij dit weer kwijtgeraakt. Tevens is het volgens klager voor zijn huidige partner vanwege gezondheidsproblemen niet mogelijk hem te bezoeken in Krimpen aan den IJssel en is dit wel mogelijk in de locatie
De
Schie. Verder wenst klager te worden geplaatst in de locatie De Schie omdat in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel een medegedetineerde verblijft waar klager al jarenlang problemen mee heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is, gelet op zijn functioneren, geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Volgens de
selectiefunctionaris is ervoor gekozen om klager in de p.i. Krimpen aan den IJssel te plaatsen omdat daar geen wachtlijst was. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen
selectiecriterium. Klager ontvangt bezoek uit Rotterdam, Berkel en Rodenrijs, Schiedam en Capelle aan den IJssel, zodat Krimpen aan den IJssel voor zijn bezoekers een acceptabele reisafstand is. Wat betreft de problemen met de medegedetineerde dient
klager zich volgens de selectiefunctionaris te wenden tot de p.i. Krimpen aan den IJssel.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
niet
feitelijk heeft onderbouwd dat het voor zijn bezoekers onmogelijk is hem in de inrichting waar hij thans verblijft te bezoeken. Hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van de problemen met de medegedetineerde is onvoldoende onderbouwd om tot een
ander oordeel te kunnen komen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 18 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven