Nummer: 11/2722/GB
Betreft: [klager] datum: 18 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 17 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting Leeuwarden afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 juli 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp te Almelo.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij wil worden overgeplaatst in verband met bezoek van zijn vrouw. Op de afdeling waar hij verblijft is negatief over hem gesproken. Dit zijn allemaal leugens en heeft te maken met twee beklagzaken
die nog lopen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek tot overplaatsing is afgewezen omdat hij vanaf het moment dat hij in de locatie De Karelskamp verblijft, negatief gedrag vertoont. Hij vertoont onaangepast gedrag naar zowel personeelsleden als naar medegedetineerden. Klager scheldt
personeel uit, maakt goederen kapot en besmeurt zijn cel. De selectiefunctionaris is van mening dat klager eerst gedurende een periode van minimaal drie maanden zal moeten aantonen dat hij zich beter kan gedragen alvorens een overplaatsingsverzoek kan
worden gehonoreerd.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent het
bezoek van zijn vrouw is onvoldoende onderbouwd om tot een ander oordeel te kunnen leiden. Het beroep is derhalve ongegrond.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 18 november 2011
secretaris voorzitter