Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1829/TA, 17 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1829/TA

betreft: [klager] datum: 17 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 juni 2011 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beperking van het bezoek op 1 april 2011, en
b. de bejegening van de bezoekers van klager.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij heeft zes bezoekers (vijf volwassenen en zijn dochtertje) aangemeld voor bezoek op 1 april 2011, maar het door hem ingevulde formulier is kennelijk zoekgeraakt tijdens zijn interne verhuizing. Dat kan gebeuren, maar de inrichting had niet zo
moeilijk hoeven doen. Het personeel heeft beslist dat vier bezoekers klager mochten bezoeken. Het ging om bekende en gescreende bezoekers. Achteraf heeft hij van zijn zus vernomen hoe zij als bezoekers zijn behandeld. Zij zijn om 11.45 uur aangekomen
en
hebben een half uur moeten wachten. Nadat de portiers contact met de zorgmanager hadden opgenomen, hebben zijn bezoekers nog een uur moeten wachten voordat ze hem konden bezoeken. Het grootste pijnpunt is dat geen rekening met de leeftijd van zijn
ouders is gehouden. Zo is hen bij de detectiepoort geen stoel aangeboden om makkelijker hun schoenen uit en weer aan te kunnen trekken. Zijn ouders hebben dit nog nooit meegemaakt. Zij zijn afgeblaft dat zij nu echt eens op moesten schieten. Het
personeel heeft er gewoon geen zin in en niemand biedt zijn verontschuldiging aan. Zo is zijn vriendin onlangs op bezoek geweest en heeft zij tijdens het wachten driemaal aangegeven dat zij dringend naar het toilet moest, maar dat werd haar niet
toegestaan, waardoor zij noodgedwongen buiten de p.i. heeft moeten plassen. Zij kon het echt niet ophouden en kreeg te horen dat daar tegenwoordig middelen voor zijn.
Als de inrichting meent dat het probleem bij de p.i. Vught ligt, schuift zij het probleem alleen maar af.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is coulant behandeld, nu alsnog vier niet aangemelde bezoekers zijn toegelaten. De geregistreerde tijd van binnenkomst van de bezoekers en de aanvang van het bezoek is 35 minuten. Mogelijk heeft het lang geduurd voordat de bezoekers
geregistreerd
zijn. Het is niet te achterhalen hoe dat precies is gegaan. De beslissing tot toelating van vier personen is volgens het protocol genomen.
De bejegening door de portiers is niet beklagwaardig, omdat geen sprake is van een beslissing van het hoofd van de inrichting. Wellicht heeft het meer zin als klagers familie een klacht bij de p.i. Vught indient, omdat die inrichting de
verantwoordelijkheid heeft. Wel kan en zal de aandacht van de inrichting voor dergelijke zaken worden gevraagd. Overigens is in geen enkele inrichting bij de detectiepoort een stoel aanwezig.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie ten aanzien van onderdeel a van het beklag, gezien de omstandigheden, niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Klager kan niet worden ontvangen ten aanzien van onderdeel b van het beklag, nu de bejegening van zijn bezoekers door de portiers niet kan worden aangemerkt als een beslissing van het hoofd van de inrichting.
Wel hecht de beroepscommissie eraan op te merken dat het wenselijk is dat de inrichting aan oudere bezoekers, indien nodig, ad hoc een faciliteit zoals een stoel bij de detectiepoort biedt. Zij heeft daarom met instemming kennisgenomen van de
verklaring
van de juridisch medewerker ter zitting dat zij daarvoor de aandacht zal vragen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a van het beklag ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van onderdeel b van het beklag en verklaart klager daarin alsnog niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 17 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven