Nummer: 11/2631/GB
Betreft: [klager] datum: 15 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. S.A.S. Jansen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het detentiecentrum Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 20 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wenst te worden overgeplaatst in verband met het transport naar de rechtbank en omdat zijn enige familie niet in staat is om hem in Zaandam te bezoeken. Zijn familie moet
rondkomen
van een minimuminkomen en is niet in staat om naar Zaandam te reizen. Aangezien zijn familie in omgeving Rotterdam woont, wil klager worden overgeplaatst naar het detentiecentrum Rotterdam.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager heeft om overplaatsing gevraagd in verband met, onder meer, bezoekredenen. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen,
behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het voor de familie van klager praktisch onmogelijk is klager te bezoeken noch dat een overplaatsing naar detentiecentrum Rotterdam de
bezoekmogelijkheden zal vergroten. Verder wordt klager in de gelegenheid gesteld bij de behandeling van zijn strafzaken aanwezig te zijn.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt daarbij in aanmerking dat
bezoekproblemen behoudens bijzondere omstandigheden geen selectiecriterium vormen. Klager heeft onvoldoende feitelijk onderbouwd waarom het voor zijn familie onmogelijk is hem in de inrichting waar hij thans verblijft te bezoeken. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 november 2011
secretaris voorzitter