nummer: 11/1677/TA
betreft: [klager] datum: 15 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 11 mei 2011 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, locatie Vught, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 30 september 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager geen aangepaste voeding is verstrekt en geen mondspoeling is geboden.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers tanden waren getrokken. In verband met een ontsteking/zwelling kon hij geen prothese dragen en moest hem gepureerd voedsel worden verstrekt. Er was de eerste dagen echter niets geregeld. De communicatie is tekort geschoten. In de beginperiode
heeft het hoofd van de inrichting op dit punt niet voldaan aan de zorgplicht. Later is wel geprobeerd om het in goede banen te leiden.
Klager moest iedere dag spoelen. De inrichting diende mondwater aan hem te verstrekken. Dit is niet geschied.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Gepureerde voeding is een dag tevoren aangevraagd, maar kon niet direct worden verstrekt. In plaats daarvan is klager direct Nutridrink aangeboden en een blender, opdat hij zelf zijn voeding kon pureren. Hem is vanaf het begin volwaardige voeding
aangeboden. De voeding moest zacht zijn, gepureerd. Er was verder geen speciaal soort voeding voorgeschreven.
Op 6 januari 2011 en op 11 januari 2011 heeft hij een mondspoeling in het ziekenhuis gehad. De inrichting heeft begrepen dat mondspoeling vanuit het ziekenhuis werd geregeld.
3. De beoordeling
Klager is, omdat hij na het trekken van zijn tanden een ontsteking in zijn mond had en geen gebitsprothese kon dragen, door de medische dienst gepureerde voeding voorgeschreven. Uit de stukken en de behandeling ter zitting volgt dat weliswaar deze
voeding niet direct aan klager is verstrekt, maar dat hem vanaf het begin wel een volwaardig alternatief is aangeboden, te weten: nutridrink en het gebruik van een blender, opdat hij de reguliere voeding kon pureren.
Naar het oordeel van de beroepscommissie betreft het beklag de wijze waarop het hoofd van de inrichting de in artikel 41, vierde lid aanhef en onder a, van de Bvt vermelde zorgplicht betracht en staat hiertegen, gelet op het bepaalde in artikel 56,
vierde lid, van de Bvt, geen beklag open. Zij zal derhalve op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.
Niet is gebleken dat, buiten de verantwoordelijkheid die het ziekenhuis te dezen had, op het hoofd van de inrichting een zorgplicht rustte om klager mondwater voor een mondspoeling te verstrekken.
De beroepscommissie zal op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt voor wat betreft de aangepaste voeding de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag en verklaart voor wat betreft het mondwater het beroep ongegrond en bevestigt de
uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 november 2011
secretaris voorzitter