Nummer: 11/2574/GB
Betreft: [klager] datum: 15 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 7 september 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft geen vertrouwen meer in de p.i. Dordrecht. Hij wordt daar slecht behandeld. Klager stelt dat hij bedreigd wordt door medegedetineerden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Op korte termijn krijgt de p.i. Sittard een bestemmingswijziging. Voor veroordeelden met een strafrestant van langer dan vier maanden is zeer beperkte
capaciteit. Een selectie voor de p.i. Sittard zou een zeer lange wachttijd inhouden. Binnen het kader van het TR-traject komt klager op korte termijn in aanmerking voor detentiefasering. Een overplaatsing naar de p.i. Sittard zou de voorbereiding van
dit traject stagneren.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat
klagers TR-traject in voorbereiding is en vanuit dat traject wordt op korte termijn fasering onderdeel van de detentie. Mede gelet op de te verwachten bestemmingswijziging van de locatie Sittard, ligt een overplaatsing naar deze locatie niet voor de
hand. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 november 2011
secretaris voorzitter