nummer: 11/3301/GV
betreft: [klager] datum: 8 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 oktober 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek tot algemeen verlof is afgewezen, omdat klager weigert deel te nemen aan een programma in het kader van Terugdringen Recidive (TR). Klager is van mening dat hij dubbel wordt
gestraft voor deze weigering. Klager kan vanwege deze weigering niet doorfaseren en de rechtbank heeft zijn vervroegde invrijheidstelling (v.i.) afgewezen. Indien klagers verzoek tot algemeen verlof wordt geweigerd, wordt hij driemaal gestraft voor
zijn
TR-weigering. Dit is niet de bedoeling van de wetgever. Uit de stukken die zijn overgelegd door de selectiefunctionaris blijkt dat klager een modelgedetineerde is. Alle adviezen, inclusief het advies van de vrijhedencommissie, zijn positief.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager verblijft thans in detentie, omdat de rechtbank heeft besloten de v.i. af te wijzen. Klagers v.i. is afgewezen omdat klager frequent gedetineerd is geweest en weigert
mee
te werken aan het opstellen van een Risc. Het recidiverisico kan derhalve niet worden ingeschat en er kunnen geen interventies worden geïndiceerd ter vermindering van de kans op recidive. Gelet hierop dient te worden geconcludeerd dat er een gevaar is
voor het plegen van strafbare feiten. Artikel 4, onder b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting vormt een weigingsgrond voor het verlenen van verlof.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen de verlofverlening. De vrijhedencommissie van de locatie Westlinge heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 26 maanden, wegens – kort gezegd – (poging tot) doodslag en diefstal onder strafverzwarende omstandigheden. Bepaald is dat de v.i. achterwege blijft. De einddatum van de detentie valt op of omstreeks 14 januari
2012.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal drie verlofaanvragen indienen.
Uit het selectieadvies blijkt dat klager sedert 2002 vijfmaal eerder in detentie heeft verbleven. Hoewel er geen verplichting bestaat tot deelname aan een programma in het kader van TR, is de beroepscommissie van oordeel dat klagers detentieverleden in
combinatie met het feit dat klager weigert mee te werken aan het opstellen van een Risc, in de gegeven omstandigheden een contra-indicatie vormt voor het verlenen van verlof. Het vorenstaande rechtvaardigt, ondanks het positieve advies, een afwijzing
van klagers verlofaanvraag. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 8 november 2011
secretaris voorzitter