Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2088/GA, 3 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2088/GA

betreft: [klager] datum: 3 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Wolvenplein te Utrecht,

gericht tegen een uitspraak van 27 juni 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 september 2011, gehouden in penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het veroorzaken van geluidoverlast.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard voor zover de disciplinaire straf langer heeft geduurd dan drie dagen en een tegemoetkoming toegekend van € 15,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De toetsing door de beklagcommissie dient marginaal te zijn, maar in dit geval heeft zij bepaalt hoe hoog de straf moest zijn.
De inrichting ligt in het centrum van Utrecht en vanuit de bovenste ring kijk je uit op de vrouweninrichting en de hasjboot. Er wordt door gedetineerden veel uit de ramen geroepen en de buurtbewoners hebben klachten ingediend bij DJI. De gedetineerden
in de inrichting worden nadrukkelijk gewezen op het feit dat geluidsoverlast niet is toegestaan. Een gedetineerde die verblijft op de bovenste ring wordt de eerste keer gewaarschuwd met de mededeling dat indien nogmaals geluidoverlast wordt veroorzaakt
overplaatsing naar een cel op de begane grond zal volgen. Die gedetineerden die structureel overlast veroorzaakten zijn overgeplaatst naar cellen op de begane grond. De overlast is aanzienlijk teruggelopen. Uit de dagrapportage van 28 december 2010
blijkt dat klager kort na zijn binnenkomst in december 2010 gewaarschuwd is wegens het naar buiten schreeuwen. Klager is op 21 februari 2011 na een eerdere waarschuwing naar beneden overgeplaatst. In de avond van 24 april 2011 is geconstateerd dat
klager aan het schreeuwen was.
Het beleid is dat bij de eerste keer geluidsoverlast een disciplinaire straf wordt opgelegd van drie dagen op eigen cel en bij de volgende keren een disciplinaire straf van vijf dagen.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager geeft toe dat hij op de bovenste ring vaak naar buiten schreeuwde.
Op 24 april 2011 keek klager naar the ultimate dance battle. Klager zat op zijn bed en hij reageerde enthousiast op het tv-programma. Hij heeft niet op de deur gebonsd.

3. De beoordeling
Uit de schriftelijke en mondelinge toelichting van de directeur ter zitting blijkt dat klager eerder is gewaarschuwd voor het veroorzaken van geluidsoverlast. In het rapport van 24 april 2011 wordt geconstateerd dat klager herhaaldelijk aan het
schreeuwen was. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting op eigen cel niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal
gegrond worden verklaard en het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, dr. L.M. Moerings en mr. Th.E. M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 3 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven