Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1855/TA, 31 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1855/TA

betreft: [klager] datum: 31 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 6 juni 2011 van de beklagcommissie bij FPC De Oostvaarders-kliniek te Almere, verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende a. het te laat uitreiken van klagers post en b. de weigering om klager met zijn advocaat te laten telefoneren, op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Het is van essentieel belang dat poststukken tijdig worden uitgereikt en het is gerechtvaardigd dat aan klager voor deze omissie een (beperkte)
financiële tegemoetkoming wordt toegekend.
Nog ingrijpender was dat klager tijdens zijn ziekenhuisopname niet in de gelegenheid is gesteld c.q. hem verboden is om telefonisch contact op te nemen met zijn advocaat. Klager is voor de tweede keer in korte tijd opgenomen in het ziekenhuis en dat
gaf
hem veel zorgen, onrust en stress. Tijdens de vorige ziekenhuisopname was er in de communicatie met zijn familie en netwerk ook van alles misgegaan. Juist in deze context is het van groot gewicht dat de verpleegde zijn vertrouwenspersoon en
belangenbehartiger kan bellen. Er was een dringende reden om te kunnen overleggen met het netwerk. Mede gelet op de aard van de ziekte (hartfalen) en de voorgeschiedenis was het gepast en humaan geweest als klager in die conditie met zijn advocaat kon
overleggen. Gezien de ingrijpendheid van de normschending is een substantiële en passende tegemoetkoming geïndiceerd.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep inhoudelijk gereageerd op het beklag en het standpunt ten aanzien van (het niet toekennen van) een tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a. overweegt de beroepscommissie dat niet is gebleken dat klager nadelige gevolgen heeft ondervonden als gevolg van het te laat uitreiken van zijn post. Zij ziet derhalve geen reden om aan klager ter zake een tegemoetkoming toe te
kennen en zal het beroep op dit punt ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.
Met betrekking tot b. overweegt de beroepscommissie dat aannemelijk is geworden dat het voor klager van (groot) belang was om tijdens zijn ziekenhuisopname te telefoneren met zijn advocaat en dat hij door de weigering van dit telefonisch contact
ongemak
heeft ondervonden. De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie om ter zake geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook op dit punt gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal
worden vernietigd en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven