Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2218/GA, 8 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2218/GA

betreft: [klager] datum: 8 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 1 juli 2011 van de beklagcommissie bij de p.i. Krimpen aan den IJssel, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daarbij het beklag tegen het feit dat klager niet in de gelegenheid is gesteld
te
luchten gegrond is verklaard en ter zake een tegemoetkoming is toegekend (klacht IJ-2011-000164)

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager op 10 februari 2011 niet heeft kunnen luchten.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 2,50.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft toegelicht dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagcommissie. Klager heeft hierop niet gereageerd.

3. De beoordeling
Nu vast staat dat de directeur klager op 10 februari 2011 niet in de gelegenheid heeft gesteld om te luchten omdat in de middag een rapport werd afgehandeld, heeft de beklagcommissie het beklag in zoverre terecht gegrond verklaard. De beroepscommissie
zal het beroep derhalve in zoverre ongegrond verklaren.

Wat de toegekende tegemoetkoming betreft oordeelt de beroepscommissie als volgt.
De directeur heeft ter compensatie een uur extra luchten of extra tijd om te telefoneren aan klager aangeboden maar nu klager ter compensatie enkel wilde dat de resterende tijd van de hem opgelegde disciplinaire straf werd opgeheven, is tussen de
directeur en klager geen overeenstemming bereikt. De beroepscommissie acht de door de directeur aangeboden compensatie een passende tegemoetkoming. Nu vaststaat dat aan klager een passende tegemoetkoming is aangeboden, welke door klager niet is
aanvaard, acht de beroepscommissie het toekennen van een tegemoetkoming niet op zijn plaats. Het beroep van de directeur is dus gegrond voor zover dit betrekking heeft op de toegekende tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover daarbij het beklag inzake het luchten gegrond is verklaard. De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover het de toegekende tegemoetkoming betreft, vernietigt in zoverre de
uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 8 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven