Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2636/GB, 10 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2636/GB

Betreft: [klager] datum: 10 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Hirzalla, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zoetermeer of de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 26 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft sedert 31 mei 2011 in het h.v.b. van de locatie De Berg te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen omdat klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Almelo. Klager meent dat dit geen reden kan zijn voor de afwijzing van zijn
verzoek. Het betreft slechts een logistieke omstandigheid. Klager is van mening dat zijn belang bij het ontvangen van bezoek van zijn vrouw dient te prevaleren boven het logistieke belang. Onder de huidige omstandigheden is het ontvangen van bezoek
onmogelijk. Klagers vrouw woont in Den Haag en zij heeft geen rijbewijs. Reizen met het openbaar vervoer is, gelet op de bezoekuren in de locatie de Berg, ook geen realistische optie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Almelo en daarom komt hij niet in aanmerking voor overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Den Haag. Slechts bij hoge uitzondering wordt van dit beleid afgeweken. Het overplaatsen van klager naar een
h.v.b. in de regio Den Haag brengt hogere kosten met zich mee. Bovendien is het ontvangen van bezoek inherent aan de detentie. In de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek is aangegeven dat het verzoek nogmaals bekeken zal worden indien het wordt
onderbouwd met een verklaring van een deskundige. Klager heeft zijn verzoek tot op heden nog niet onderbouwd met een deskundigenverklaring.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Zoetermeer of de p.i. Alphen aan den Rijn teneinde bezoek te kunnen ontvangen van zijn vrouw. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het
belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in danwel nabij het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Hetgeen klager heeft
aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 10 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven