Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2487/GB, 21 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2487/GB

Betreft: [klager] datum: 21 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Unit 3 Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 oktober 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de inrichting voor stelselmatige daders (isd) van Unit 2 te Vught. Op 20 mei 2011 is hij overgeplaatst naar Unit 3 PPC te Vught.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De rechter heeft geoordeeld dat klager geplaatst moet worden in een isd en niet in een PPC. Klager wil teruggeplaatst worden naar de isd en hij eist schadevergoeding voor iedere dag dat hij in Unit
3
PPC te Vught heeft verbleven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het selectieadvies stelt dat klager druk, chaotisch en met vlagen bizar gedrag laat zien. Klager gedraagt zich correct tegenover het afdelingspersoneel. Klagers contact
met zijn medegedetineerden wordt echter gekenmerkt door veel conflicten en agressie. De conflicten ontstaan echter buiten het gezichtsveld van de groepsleiding en binnen het isd-regime is er onvoldoende ruimte om daar beter zicht op te krijgen. Tijdens
het psycho-medisch overleg is naar voren gekomen dat de observatie, begeleiding en behandeling die noodzakelijk zijn in de omgang met klager niet voldoende geboden kunnen worden in de isd.

4. De beoordeling
4.1. Unit 3 PPC te Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. In artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling) wordt bepaald dat in een PPC gedetineerden kunnen worden geplaatst ten aanzien van wie: “a. in verband met een psychiatrische stoornis, een
persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist.” In de
toelichting op deze bepaling is aangegeven dat de PPC’s worden aangewezen als huis van bewaring en als gevangenis (op grond van artikel 9 van de Pbw) bestemd voor de onderbrenging van gedetineerden die een bijzondere opvang behoeven (op grond van
artikel 14 van de Pbw).

4.3. De beslissing tot plaatsing of overplaatsing naar het PPC wordt conform artikel 15 van de Pbw door de selectiefunctionaris genomen. In de toelichting op artikel 20c van de Regeling wordt daarover het volgende aangegeven: “Daaraan voorafgaand
brengt de directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uit over de behoefte aan forensische zorg, op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch overleg van de
inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.”

4.4. Uit het psycho-medisch overleg komt naar voren dat de begeleiding en behandeling die noodzakelijk zijn in de omgang met klager niet geboden kunnen worden in het reguliere regime. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 21 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven