Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3108/GB, 11 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3108/GB

Betreft: [klager] datum: 11 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.G. Wiebes, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager van 2 augustus 2011 gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zonder regimair verlof van de locatie Westlinge ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 november 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de penitentiaire
inrichting Almere. Op 9 november 2010 is hij overgeplaatst naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zonder regimair verlof van de locatie Westlinge, waar een regime van algemene gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wordt inmiddels sinds 18 maart 2011 de mogelijkheid ontnomen om eenmaal per twee weken met weekendverlof te gaan. Bij beslissing van 18 mei 2011 van de selectiefunctionaris is klager eerder overgeplaatst naar de b.b.i. als bedoeld in artikel 20,
tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Tegen deze beslissing, die qua inhoud vrijwel identiek is aan de thans bestreden beslissing, is bezwaar ingesteld. Dit bezwaarschrift is bij beslissing van 11 juli 2011 gegrond verklaard
en klager werd teruggeplaatst naar de b.b.i. met regimair verlof waar hij weer (probleemloos) verlof heeft gehad. De beslissing om klager opnieuw over te plaatsen alsmede het stopzetten van zijn verlof op identieke gronden, is niet op juiste gronden
genomen. De belangen van klager worden in ernstige mate geschaad. Klager wil worden teruggeplaatst naar de b.b.i. met regimair verlof en wil dat de verlofregeling wordt hervat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 18 mei 2011 is op verzoek van de b.b.i. met regimair verlof Westlinge besloten tot overplaatsing van klager naar de b.b.i. zonder regimair verlof van de locatie Westlinge, in verband met het feit dat zijn verlofadres alsnog was afgekeurd door de
reclassering die in het kader van verdere fasering van klager een huisbezoek had afgelegd op het verlofadres. Omdat de selectiefunctionaris daarna tot het oordeel kwam dat de uitplaatsing onterecht was, is op 11 juli 2011 het bezwaarschrift gegrond
verklaard en is klager teruggeplaatst in de b.b.i. met regimair verlof. Enkele weken later is de selectiefunctionaris gebeld door de directeur van de b.b.i. Westlinge. De directeur gaf aan ontzettend veel moeite te hebben met de beslissing om klager
wederom in aanmerking te laten komen voor de reguliere b.b.i. met het bijbehorende verlof. Het verlofadres ligt precies tegenover een lagere school en gelet op het delict van klager kan dit niet als een goed verlofadres worden bestempeld en is het
daarom afgekeurd. Het argument dat het verlof in het weekend plaatsvindt en de school dan gesloten is doet daaraan niet af. Het schoolplein wordt ook in het weekend door kinderen als speelplaats gebruikt en dat is voor klager geen goede plaats om zijn
verlof door te brengen. Hierop heeft de selectiefunctionaris besloten om klager over te plaatsen naar de inrichting zonder regimair verlof. De selectiefunctionaris heeft klager in de beslissing van 28 juli 2011 in overweging gegeven om met een nieuw
goedgekeurd verlofadres te komen, maar daarop is nog geen reactie ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie stelt op grond van de stukken het
volgende vast. Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar voor overtreding van artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht (gemeenschap met een persoon
beneden 12 jaar). De einddatum van zijn detentie valt op of omstreeks 24 oktober 2011. Klager verblijft sedert 9 november 2010 in de b.b.i. met regimair verlof Westlinge en heeft in december 2010, januari 2011 en februari 2011 regimair verlof gehad en
dat is goed verlopen. Het verlofadres is bij zijn broer te Lelystad. In verband met zijn detentiefasering heeft de reclassering een huisbezoek gebracht en op 2 mei 2011 een negatief advies uitgebracht voor het verlofadres. Bij beslissing van 18 mei
2011
is klager geselecteerd voor en overgeplaatst naar de b.b.i. zonder regimair verlof van de locatie Westlinge. Het hiertegen ingediende bezwaarschrift is op 11 juli 2011 gegrond verklaard waarna klager weer is teruggeplaatst naar de b.b.i. met regimair
verlof van de locatie Westlinge. Bij beslissing van 28 juli 2011 is wederom, op basis van gesprekken met de directeur, besloten tot overplaatsing van klager naar de b.b.i. zonder regimair verlof van de locatie Westlinge. Dit omdat het verlofadres door
de politie niet als aanvaardbaar zou zijn aangemerkt. Bij de overgelegde stukken bevindt zich geen negatief advies van de politie over het verlofadres in Lelystad. Het laatst bekende selectieadvies dateert van 13 mei 2011. Uit dat selectieadvies blijkt
dat klager reeds drie andere verlofadressen heeft opgegeven die steeds worden afgekeurd door de politie.
In de beslissing op bezwaar van 19 september 2011 wordt aangegeven dat de reclassering die in het kader van een penitentiair programma onderzoek heeft verricht, tot de conclusie is gekomen dat het adres niet geschikt is voor klagers verblijf aldaar en
daarmee ook niet voor verloven die voor een deel in het weekend vallen. Vastgesteld wordt dat het reclasseringsadvies waarop wordt gedoeld van 2 mei 2011 is, dat al eerder bekend was en op 11 juli 2011 niet in de weg stond aan terugplaatsing van klager
naar de b.b.i. met regimair verlof.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de bestreden beslissing onzorgvuldig is genomen. Hierbij wordt met name gewezen op het feit dat klager op of na 11 juli 2011 weer is teruggeplaatst naar de b.b.i. met regimair verlof, de einddatum van
klagers
detentie, zijn zwaarwegende belang bij een goede voorbereiding op zijn terugkeer in de maatschappij en het gegeven dat verloven steeds goed zijn verlopen, alsmede de omstandigheid dat niet is gereageerd op het namens klager gedane aanbod om reeds op
zondagavond in plaats van maandagochtend terug te keren naar de inrichting, zodat hij gedurende het verlof bij zijn broer continu wordt begeleid.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild
voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 11 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven