nummer: 11/3110/GV
betreft: [klager] datum: 10 oktober 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 september 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Pas op 8 september 2011 is hem verzocht om aanvullende informatie te verstrekken op zijn verzoek om strafonderbreking. Pas op 22 september 2011 had klager de stukken compleet. Door het niet tijdig kunnen
aanleveren van stukken is op basis van een incompleet dossier een beslissing genomen.
In verband met de huidige DigiD fraude zijn gevolmachtigde personen niet voor alle handelingen bevoegd om op te treden voor derden. Ook de eigenaar van de opslag (Fiets 2000) staat erop dat klager de papieren persoonlijk in ontvangst neemt, zodat hij
voor ontvangst kan tekenen. Klagers familie heeft na zijn arrestatie in 2009 zijn woning leeggehaald en alles opgeslagen in een van de pakhuizen van Fiets 2000. In de opslag bevinden zich correspondentie, administratie, pensioen-,
levensverzekeringspolissen e.d. Op 3 november 2011 bereikt klager de pensioengerechtigde leeftijd. Hij heeft deze papieren nodig om zijn pensioenrechten te verlengen en/of af te bouwen, belastingaangifte te doen over 2009, 2010, 2011 e.d. Dit laatste
is wettelijk verplicht. Als hij zijn zaken niet vóór 3 november 2011 kan verlengen of afbouwen kan hij schade lijden.
Hij dient informatie te verstrekken aan de accountant voor het wettelijk verplicht opstellen van een eindbalans aan de Kamer voor Koophandel. Hij dient zijn bankrekening te heractiveren om onder andere pensioengelden te kunnen ontvangen en betalingen
te
kunnen doen. Vanwege klagers detentie is deze rekening geblokkeerd. Hij moet met diverse pensioenfondsen de polissen evalueren in verband met verlengen, beëindigen en/of afkopen.
Klager heeft voor zijn detentie altijd binnen de gestelde termijn aan zijn verplichtingen voldaan. Na en tijdens zijn detentie en verblijf in Oostenrijk was het niet mogelijk om aan nieuwe termijnen te voldoen, omdat hij niet over zijn administratie en
correspondentie kon beschikken.
Het TR-traject dat klager volgt heeft als voorwaarde en opdracht dat hij aan zijn persoonlijke problemen aandacht besteedt. Hieronder vallen ook zijn sociale verplichtingen en het afhandelen van oude financiële zaken.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Na kennisneming van de aanvullende stukken in beroep wordt geen noodzaak gezien om een strafonderbreking toe te staan. Zaken als genoemd in het beroepschrift kunnen vanuit de detentieomgeving geregeld worden. Klager kan de directeur verzoeken om
zakelijk bezoek. Hij kan een beroep doen op familie, gelijk hij gedaan heeft om zijn woning te ontruimen en bezittingen op te slaan. Tot slot is het niet ongewoon dat hij een zaakwaarnemer aanstelt om zaken te kunnen regelen. De accountant kan in de
inrichting op bezoek komen.
Klager is vanaf 29 september 2010 ingeschreven in de inrichting. Vanaf dat moment heeft hij de tijd en gelegenheid gehad om vanuit de inrichting de zaken te regelen dan wel over te dragen.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het MDO van de locatie Zoetermeer heeft positief geadviseerd ter zake van strafonderbreking voor de duur van een week. De vrijhedencommissie van de locatie Zoetermeer heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het Openbaar Ministerie heeft positief geadviseerd ten aanzien van een strafonderbreking voor de duur van een week.
De politie heeft het verlofadres akkoord bevonden.
3. De beoordeling
Klager ondergaat na omzetting van een straf via een WOTS-procedure een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek. De datum van in vrijheidstelling is bepaald op 30 september 2013.
Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met
een andere vorm van verlof.
Op grond van artikel 38 van de Regeling kan strafonderbreking éénmalig worden verleend in verband met dringende omstandigheden van zakelijke aard. Daarbij dient dan onder meer te worden aangetoond dat de persoonlijke aanwezigheid noodzakelijk is. De
beroepscommissie acht die noodzaak niet aannemelijk geworden.
Uit de door klager overgelegde stukken volgt dat klager is uitgenodigd door zijn accountant/adviseur voor een gesprek over aangiften inkomstenbelasting op 13 oktober 2011.
De beroepscommissie overweegt dat een dergelijk gesprek ook in detentie kan plaatsvinden. Daarbij komt dat klager voor de behartiging van zijn zakelijke belangen een zaakwaarnemer had kunnen/kan aanwijzen.
Voorts is door klager een schrijven overgelegd, waaruit volgt dat hij tussen 10 en 14 oktober 2011 zijn eigendommen kan ophalen. Niet is gebleken dat klagers persoonlijke aanwezigheid hierbij vereist is en dat bijvoorbeeld zijn familie of een
zaakwaarnemer dit niet in zijn plaats zou kunnen doen.
Nu ook niet is gebleken van andere bijzondere omstandigheden die zouden nopen tot strafonderbreking is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk kan worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 oktober 2011
secretaris voorzitter