Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2133/GA, 7 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Schade  v

Uitspraak

nummer: 11/2133/GA

betreft: [klager] datum: 7 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.A.C. de Vilder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. M.A.C. de Vilder om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing en beschadiging van klagers eigendommen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat deze niet in verhouding staat tot de waarde van de vermiste persoonlijke eigendommen en het beschadigde horloge. De waarde van deze eigendommen bedraagt in totaal €
550,=. Klager verzoekt om een tegemoetkoming toe te kennen die passend is.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klagers eigendommen zijn niet verdwenen. De eigendommen zijn tijdens klagers verblijf op de strafcel verwisseld met die van een andere gedetineerde. Nadat dit werd ontdekt, zijn deze weer teruggekomen op
de afdeling van klager. De spullen zaten in een afgesloten kledingszak en zijn daarin gebleven. Verder is op geen enkele wijze vast komen te staan dat het horloge voor plaatsing in de strafcel niet reeds beschadigd was.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming is bedoeld voor door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de
bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming.
In het onderhavige geval is niet vast te stellen of klager daadwerkelijk schade heeft geleden, noch is de omvang van de eventuele schade eenvoudig vast te stellen. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal
dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 7 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven