Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1178/GB, 13 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1178/GB

Betreft: [klager] datum: 13 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Tieman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en de nadere schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 30 september 2011.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 oktober 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de p.i. Ter Apel. Op 15 maart 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als
bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling). Op 4 oktober 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager verwijst naar zijn bezwaarschrift d.d. 17 maart 2011. Klager dient ook in aanmerking te komen voor detentiefasering indien hij als strafrechtelijk vreemdeling wordt aangemerkt. Het
onthouden van een detentiefaseringstraject komt neer op verzwaring van de straf, wat onbegrijpelijk, onvoldoende gemotiveerd en onrechtvaardig is. Klager heeft een geldige verblijfstitel. Klager heeft een aanvraag tot een verblijfsvergunning lopen en
gedurende deze periode heeft hij, blijkens de bescheiden van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), een rechtmatig verblijf in Nederland. Klager moet derhalve dezelfde kansen op detentiefasering krijgen. Er zijn geen redenen om klager zijn
detentiefasering te ontzeggen. Klager voldoet onder andere aan de volgende voorwaarden: het hebben van meerdere adressen van familieleden voor verlof, het spreken van de Nederlandse taal en een aantoonbare betrouwbare historie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het feit dat klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en daarnaast door de Rechtbank te Rotterdam in eerste aanleg is veroordeeld, maakt dat klager de status van strafrechtelijke vreemdeling heeft. In artikel 20b van de Regeling is vastgelegd
dat gedetineerden die na de executie van hun vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland meer hebben, worden geplaatst in één van de twee speciaal daarvoor aangewezen inrichtingen. De plaatsing in de p.i. Ter Apel is derhalve een juiste
plaatsing. De raadsman van klager is van mening dat een strafrechtelijke vreemdeling gebruik moet kunnen maken van detentiefasering omdat hij een vast adres in Nederland heeft. In artikel 3, derde lid sub a, van de Regeling is echter bepaald dat
gedetineerden ten aanzien van wie vaststaat dat zij na detentie zullen worden uitgezet of uitgeleverd niet voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting of afdeling in aanmerking komen. Een aanvraag tot een verblijfsvergunning bij de
vreemdelingendienst maakt niet dat klager een geldige verblijfstitel heeft. Uit inlichtingen van de IND van 3 mei 2011 komt naar voren dat klager een aanvraag voor een verblijfsvergunning heeft ingediend. Klager heeft echter nog geen rechtmatig
verblijf
in Nederland. Er zijn geen voorlopige voorzieningen verstrekt. Indien deze voorzieningen wel verstrekt zouden zijn, dan zou er nog steeds geen sprake zijn van een rechtmatig verblijf in Nederland.
Klager is op 30 september 2011 geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Ter Apel, omdat de IND heeft gesteld dat klager rechtmatig in Nederland verblijft. Plaatsing in een inrichting met meer vrijheden behoort echter nog steeds niet tot de
mogelijkheden, omdat klager is gesanctioneerd voor het hebben van een te laag kreatininegehalte, wat gelijk staat aan harddrugsgebruik.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Dit is tevens een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid
aanhef
en onder a., van de Regeling.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verblijft volgens de IND rechtmatig in Nederland, zodat detentiefasering niet langer geweigerd kan worden op grond van het feit dat klager geen geldige verblijfstitel in Nederland heeft. Klager is echter op 6 september 2011
gesanctioneerd
voor het hebben van een te laag kreatininegehalte, hetgeen een contra-indicatie vormt voor detentiefasering. De bestreden beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 13 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven