Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2578/GB, 3 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:03-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2578/GB

Betreft: [klager] datum: 3 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) en terugplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Berg te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 april 2009 gedetineerd. Hij nam deel aan een p.p. en was administratief ondergebracht bij de PIA locatie De Berg. Op 11 juli 2011 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie De Berg, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is door de reclassering op 11 juli 2011 naar de locatie De Berg gestuurd om een gesprek te voeren met de directeur waar hij zich ook heeft gemeld. Klager is er niet in geslaagd een gesprek met de directeur te voeren. De directeur had al op 7
juli
2011 een negatief advies naar de selectiefunctionaris gestuurd. Er is daarmee geen sprake geweest van hoor en wederhoor. Van doorslaggevend belang zijn de bevindingen van de reclassering naar aanleiding van het werkbezoek op 30 juni 2011. In de periode
van 18 november 2010 tot 30 juni 2010 heeft er slechts één keer een evaluatie plaatsgevonden. Van toezicht op gemaakte afspraken door de reclassering kon volgens klager dan ook niet worden gesproken in de periode voor het werkbezoek. Het staat voor
klager vast dat als er tijdens het werkbezoek geen bijzonderheden waren geconstateerd er na dit werkbezoek net als in de periode ervoor feitelijk gezien geen toezicht vanuit de reclassering had gevolgd. Problemen rondom schulden en huurwoning van
klager
hadden alsdan niet de aandacht van de reclassering gekregen. Klager betwist dat hij gemaakte afspraken niet is nagekomen en zonder enig overleg ander werk heeft georganiseerd. Klager heeft hierover overleg gevoerd met de reclassering. Klager heeft
aangegeven een baan als vrachtwagenchauffeur te gaan zoeken en de reclassering heeft daarmee ingestemd. Klager betwist dat hij op het moment van het werkbezoek al drie maanden niet meer werkzaam zou zijn in het restaurant. Klager was in het restaurant
hooguit drie weken niet meer werkzaam. Niet geconcludeerd kan worden dat klager contact ontweek en zijn eigen plan trok. Klager heeft te maken gekregen met de nodige persoonlijke problemen, maar heeft hierover open kaart gespeeld en de reclassering
tijdig op de hoogte gesteld over de te nemen beslissingen met betrekking tot zijn dienstverband. De directeur heeft verzuimd om in zijn beslissing mee te wegen dat klager zich als gedetineerde altijd heeft gedragen en opgesteld zoals men dat graag
ziet.
Klager heeft zich lange tijd hard gemaakt voor bewegingsvrijheid en deelname aan een p.p. met het oog op zijn terugkeer in de maatschappij. Klager had dan ook belang bij deelname aan het programma. Ten onrechte heeft de directeur klager niet gehoord
voorafgaand aan het opmaken van zijn advies over de terugplaatsing vanuit het p.p. met elektronisch toezicht (e.t.).

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 18 november 2010 gestart met een p.p. met e.t. en op 9 maart 2011 is klager afgesloten van e.t. omdat het prima verliep. Op 30 juni 2011 bleek dat klager niet meer werkte bij een restaurant maar al geruime tijd werkzaam was als
vrachtwagenchauffeur. Deze beslissing heeft klager genomen zonder enig overleg. Ook bleek dat klager uit huis gezet zal worden wegens achterstallige betalingen. Op 1 juli 2011 heeft de reclassering een gesprek gevoerd met klager om hem erop te wijzen
dat hij zich aan de regels en afspraken dient te houden. In dat gesprek is ook afgesproken dat hij zich op 4 juli 2011 moet melden bij het werkstrafproject van de reclassering in Enschede. Klager is daar op 4 juli 2011 niet verschenen. Ondanks het feit
dat klager in een gesprek met de reclassering er op aan is gesproken zich te houden aan de regels en afspraken lapt hij deze de volgende dagen geheel aan zijn laars. Onduidelijk is of klager zijn huis wordt uitgezet of dat er toch nog een regeling
getroffen kan worden maar dan zal klager met geld over de brug moeten komen. Gezien deze hele situatie is het niet langer zinvol het p.p. van klager voort te zetten. Er zijn gewoonweg geen afspraken met klager te maken. Klager stelt dat hij nooit is
gehoord in deze kwestie door de directeur; echter de directeur spreekt dat tegen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie De Berg is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De reclassering heeft gerapporteerd omtrent de voortgang van het p.p. van klager. Uit de rapportage van de reclassering volgt dat klager zich niet heeft gehouden aan de met hem gemaakte afspraken omtrent zijn p.p. De namens klager tegen de
daarin weergegeven bevindingen aangevoerde bezwaren worden door de beroepscommissie onvoldoende aannemelijk geacht. Gezien het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep is derhalve ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. De Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 3 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven