Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1013/GA, 19 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:19-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1013/GA

betreft: [klager] datum: 19 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.P. Friperson, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 maart 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 augustus 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. M.P. Friperson, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zoetermeer.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager verplicht dient deel te nemen aan de arbeid op de afdeling metaal.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft eerst wel gewerkt, maar niet op de arbeidszaal metaal. Klager heeft sinds een scooterongeluk van jaren geleden last van zijn arm en been. Klager heeft dat aan de verpleegkundige meegedeeld, maar werd in maart 2011 toch arbeidsgeschikt
verklaard. Klager was het daarmee niet eens en drie weken later heeft de arts hem arbeidsongeschikt verklaard. Dit staat vermeld op de medische kaart van 1 april 2011. Hierop staat geen einddatum vermeld.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Vóór medio maart 2011 is klager per abuis arbeidsongeschikt verklaard door verwarring over een zalf die klager gebruikt. Klager is op 16 maart 2011 arbeidsgeschikt verklaard voor arbeid op de werkzaal metaal. Op 1 april 2011 is klager om andere redenen
(namelijk rugklachten) tijdelijk arbeidsongeschikt verklaard. Dit was geen arbeidsongeschiktheid specifiek voor de arbeid op de werkzaal metaal. Arbeid op de werkzaal metaal is geen zwaar werk, maar betreft voornamelijk het in elkaar draaien van
schroefjes. Het beklag is van vóór 1 april 2011 en toen was klager niet arbeidsongeschikt. Klager wil wel deelnemen aan de arbeid, maar niet op de werkzaal metaal.

3. De beoordeling
Klager, een tot vrijheidstraf veroordeelde gedetineerde, verblijft in de gevangenis van de p.i. Zoetermeer. Ingevolge artikel 47, derde lid, van de Pbw is klager verplicht deel te nemen aan de arbeid. Nu de raadsvrouw en de directeur ter zitting hebben
verklaard dat klager ten tijde van het beklag, omstreeks 15 maart 2011, niet arbeidsongeschikt was, is de feitelijke grondslag aan het beklag komen te ontvallen. Om die reden zal het beroep ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr.dr. H.K. Fernandes Mendes, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 19 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven