nummer: 11/2000/GA
betreft: [klager] datum: 27 september 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 juni 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van p.i. Haarlem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van klagers eigendommen na overplaatsing, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager mist onder meer een spijkerbroek ter waarde van € 249,=. Bij elkaar genomen hebben de vermiste spullen een waarde van € 522,=.
Klager wenst dit bedrag als schadevergoeding te ontvangen.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De inventarisatielijst komt niet overeen met de herinnering van klager. Klager heeft pas later aangegeven dat hij ook een spijkerbroek ter waarde van € 249,= in zijn bezit had. Verzocht wordt om het
verzoek tot schadevergoeding niet te honoreren.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming primair is bedoeld voor door klager ondervonden ongemak. Ingeval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij
de
bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming.
In het onderhavige geval is de schade niet eenvoudig vast te stellen. De omvang van de schade is onder meer door het ontbreken van aankoopbonnen onvoldoende aannemelijk geworden. Dat klager echter ongemak heeft ondervonden acht de beroepscommissie
voldoende aannemelijk en in verband daarmee is een tegemoetkoming van € 25,= op zijn plaats. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 27 september 2011
secretaris voorzitter