Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2222/GB, 26 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2222/GB

Betreft: [klager] datum: 26 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager zou graag het een en ander mondeling toe willen lichten, omdat hij mondeling beter en duidelijker kan uitleggen. Zijn moeder is inderdaad wel geweest, maar met veel moeite. Zij heeft suikerziekte, opgezwollen voeten en na het bezoek aan klager
ligt ze ziek op bed. Klager heeft niemand meer.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De p.i. Zoetermeer is een inrichting die in de omgeving van het parket van insluiting is gesitueerd en als dat het geval is dan wordt er gekeken of overplaatsing wel echt noodzakelijk is, dit gezien de kosten. Uit het selectieadvies is gebleken dat
klager elke week bezoek ontvangt van zijn moeder. Ook het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) ziet geen noodzaak dit verzoek te ondersteunen.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft aangegeven het beroep mondeling toe te willen lichten. De door klager aangevoerde reden, dat hij beter is in het mondeling verwoorden van zijn bezwaren, vormt onvoldoende reden om aan dit verzoek te voldoen. Nu de beroepscommissie
voor het overige zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen wijst zij het verzoek af.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als voorlopig gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Uit de
stukken is onvoldoende aannemelijk geworden, dat klager in de huidige inrichting verstoken blijft van bezoek. Zijn moeder en andere familieleden bezoeken hem geregeld. Verder ziet het BIMA geen medische noodzaak om klager vanwege de medische situatie
van zijn moeder over te plaatsen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 26 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven